Ondanks de toenemende druk op de kwaliteit van de bronnen door klimaatverandering en lozingen van verontreinigde stoffen, slagen drinkwaterbedrijven erin drinkwater te blijven maken van betrouwbaar en hoogwaardig niveau. Dat stelt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in haar rapport Drinkwaterkwaliteit over 2023.
Het drinkwater voldeed vorig jaar bij 99,9 procent van de 565.689 metingen aan de gestelde normen, aldus ILT. Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat geeft in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer aan dat de prestaties 'positief zijn te waarderen'. "Gezien de toenemende druk op de kwaliteit van de drinkwaterbronnen, veroorzaakt door onder andere klimaatverandering en lozingen van verontreinigende stoffen, zoals meststoffen, bestrijdingsmiddelen, PFAS en medicijnresten."
De drinkwaterbedrijven leverden niet alleen drinkwater van hoge kwaliteit, ze reageerden ook snel en adequaat op incidenten, aldus de ILT, die haar oordeel baseert op de controles op de drinkwaterkwaliteit die de drinkwaterbedrijven in 2023 hebben uitgevoerd. Zij kwamen in 2023 gezamenlijk tot 565.689 metingen volgens het reguliere wettelijke meetprogramma.
Dat zijn er minder dan in het pre-corona jaar 2019 (616.000 metingen). Die daling is een gevolg van ‘een op risico gebaseerde monitoring’, schrijft ILT. Drinkwaterbedrijven mogen afwijken van de wettelijke meetfrequenties als ze dit kunnen bouwen met een risicoanalyse. En vorig jaar hebben alle drinkwaterbedrijven dit gedaan, wat leidde tot een verlaging van het aantal metingen. Dit gebeurde in overleg met de ILT, schrijft de inspectie.
Concreet voldeden 601 metingen niet aan de norm. Bij 534 van deze normoverschrijdingen ging het om indicatorparameters, schrijft ILT. “Dat zijn stoffen die geen direct gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Bij 24 metingen was er sprake van Enterococcen of E.coli. Dit zijn microbiologische parameters die duiden op een verhoogd risico op de aanwezigheid van ziekteverwekkende bacteriën.”
In deze gevallen namen de drinkwaterbedrijven direct de juiste maatregelen zoals herhalingmonsters, kookadvies aan klanten en corrigerende maatregelen als spuien van de leiding en ontsmetten.
In november 2023 was er 1 normoverschrijding van de E.coli-bacterie waarbij een grootschalig kookadvies werd afgegeven. Ongeveer 30.000 huishoudens in Assen en Rolde kregen het advies om het water vóór consumptie te koken. Dit omdat een drinkwaterbedrijf de drinkwaterkwaliteit niet volledig kon garanderen.
In 2023 meldden de drinkwaterbedrijven 151 normoverschrijdingen aan de ILT na werkzaamheden, incidenten en klachten. Bij 144 meldingen ging het om normoverschrijdingen in het distributienet. In 4 gevallen betrof het normoverschrijdingen op een productielocatie.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.