Het initiatief Phario heeft de titel ‘Water Innovator of the Year 2018’ gewonnen. Het bioplastic-project is op poten gezet door de waterschappen Brabantse Delta, De Dommel, Scheldestromen, Hollandse Delta en Wetterskip Fryslan.
Phario was één van de drie genomineerden tijdens de Water Innovator of the Year verkiezing. De andere waren de elektrocoagulatie-flocculatie-flotatie installatie van NOAH Water Solutions en De FractioMate voor snelle analyse van watermonsters.
De winnaar werd gisteren bekend gemaakt op het Watervisie congres, waar de nominaties werden gepitcht. Publiek en een vakjury kozen Phario als winnaar van de verkiezing waarbij gezocht wordt naar innovaties die het gebruik van (industrie)water goedkoper, duurzamer of efficiënter maken.
Phario staat na succesvolle tests aan de vooravond van opschaling. Het Phario-project produceerde tijdens een pilot van tien maanden op de rioolwaterzuivering Bath van Brabantse Delta succesvol polyhydroxyalkanoaten (PHA’s) uit het slib. Deze afbreekbare polyesters kunnen in vele kunststofproducten worden verwerkt.
Tijdens de pilot bleken de polyesters betere eigenschappen te hebben dan de commercieel verkrijgbare PHA. “Met name de consistente thermische en mechanische eigenschappen maken het materiaal geschikt voor de productie van vezels of voor een hogere kwaliteit polymelkzuur, wat weer een duurzaam alternatief is voor polyetheen.” Toepassingen zijn onder meer mogelijk in plastic films, afbreekbaar worteldoek en ook in alternatieven voor spaanplaat.
De waterschappen bereiden nu verdere opschaling voor zodat afnemers het bioplastic kunnen gaan testen in diverse toepassingen van het materiaal. Andere partners in het project zijn: Stowa, Energie en Grondstoffen fabriek, SNB, HVC en Paques. Onderzoeksinstituut Wetsus en TU Delft dragen bij met onderzoek en ontwikkeling.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.