Een coalitie van partijen waaronder waterschap Aa en Maas heeft tijdens een pilot in Brabant het rioolwater van een verpleeghuis onderzocht. Met een opmerkelijk resultaat: niet de bewoners maar de medewerkers en bezoekers zijn verantwoordelijk voor het merendeel van de medicijnresten.
Rioolwateronderzoek staat momenteel in de picture, omdat hiermee de verspreiding van coronavirusdeeltjes in een vroeg stadium kan worden gesignaleerd. Maar ook andere verontreinigingen zijn goed op te sporen. Dat blijkt uit de pilot die gedurende zes weken is gehouden bij verpleeghuis Nieuwe Hoeven van BrabantZorg in Schaijk. Hieraan deden onder andere waterschap Aa en Maas en het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) mee. Het waterschap plaatste een monsterkast en zorgde voor de logistiek, terwijl het RIVM de monsters analyseerde.
Peter Verlaan, directeur bij waterschap Aa en Maas, ziet de uitkomsten van de pilot als een bevestiging van het belang van brononderzoek. “Volgens onderzoek van het RIVM uit 2020 komt jaarlijks minstens 190 ton medicijnresten terecht in het oppervlaktewater en dat is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. De vraag is: waar komen de verontreinigingen vandaan en welke maatregelen kun je nemen? Daarom wilden we meten wat je tegenkomt op het niveau van een zorginstelling.”
Veel pijnstillers aangetroffen
In het rioolwater van Nieuwe Hoeven is gezocht naar tachtig geneesmiddelen waarvan er dertig werden gevonden. Ook zijn coronavirusdeeltjes en antibiotica resistente bacteriën aangetroffen. Relatief weinig medicijnresten bleken van bewoners zelf te komen. Daarentegen zijn veel vrij verkrijgbare pijnstillers als Diclofenec, Ibuprofen en Naproxen gemeten, die door bezoekers en medewerkers waren gebruikt.
Verlaan heeft daarvoor een verklaring. Medicijnresten komen volgens hem vooral via diffuse bronnen in oppervlaktewater terecht. “Het wordt uit onderzoek steeds duidelijker dat het aandeel van zorginstellingen en ziekenhuizen die zorgen voor medicijnresten in het watermilieu, veel minder is dan van mensen die thuis medicatie nemen. Het opmerkelijke resultaat van deze pilot is dat de grootste belasting van medicijnresten niet komt van de mensen die worden verzorgd, maar van de verzorgers en bezoekers. We hebben in het rioolwater een aanzienlijke hoeveelheid medicijnen aangetroffen die niet waren voorgeschreven door de zorginstelling.”
Actieve rol in keten
Verlaan had meerdere petten op tijdens de pilot, want hij is behalve directeur van Aa en Maas ook voorzitter van de Vereniging van Zuiveringsbeheerders en trekker van het coronamonitoringsprogramma namens de Unie van Waterschappen. In het proefproject zijn rioolwatermonitoring, covid-onderzoek en gezondheidsbevordering samengebracht, vertelt Verlaan. Het initiatief ging uit van het Vital Zone Instituut waarvan Aa en Maas een van de oprichters is. Dit samenwerkingsverband richt zich in Noord-Brabant op het bevorderen van gezondheid.
“We nemen aan zulke initiatieven deel omdat rioolwaterzuiveringen steeds meer de spiegels zijn van de gezondheid in de maatschappij. Wij willen een actieve rol in de hele keten vervullen en zo er uiteindelijk voor zorgen dat ons water met de inzet van zo min mogelijk middelen zo schoon mogelijk wordt.”
Twee routes belangrijk
De uitkomsten van de pilot lijken volgens Verlaan te bevestigen dat er twee routes belangrijk zijn bij het verwijderen van medicijnresten en andere microverontreinigingen. “De belangrijkste is aanpak aan de bron; van de manier waarop mensen met medicijnen omgaan en de selectie van medicijnen die worden voorgeschreven. Sommige geneesmiddelen zijn aquatisch bijvoorbeeld gemakkelijker afbreekbaar dan andere. Maar ook ‘end-of-pipe’ maatregelen op de rioolwaterzuivering zijn van belang als slot op de deur.”
Aa en Maas investeert hierin fors. Zo is in 2019 en 2020 een grote pilot gehouden op rioolwaterzuivering Aarle-Rixtel, waarbij zowel de ozontechniek als UV-licht met waterstofperoxide zijn getest. Eind dit jaar gaat op rwzi Ooijen een installatie met dosering van poederactiefkool in actiefslib (PACAS) in bedrijf.
Ook zal in 2022 een demonstratiereactor op rwzi Dinther in werking treden. “Hier worden ozon en PACAS naast elkaar en serieel getest”, zegt Verlaan. “We kijken zo naar het effect van beide afzonderlijk en ook of een nageschakelde techniek helpt om een nog beter verwijderingsrendement te halen.”
Er loopt verder een pilot op rwzi Vinkel, waarbij de combinatie van poederactiefkool en een doekfilter wordt toegepast. “De intentie van het waterschapsbestuur is dat er binnen afzienbare tijd in ieder geval op drie locaties full scale installaties staan voor het verwijderen van medicijnresten en andere microverontreinigingen.”
Vrij eenvoudig goed inzicht
Verlaan verwacht dat het onderzoek bij de zorginstelling navolging zal krijgen op meerdere plaatsen in het land. “Met relatief eenvoudige middelen kun je een goed inzicht krijgen. Daarvoor zijn eigenlijk alleen lokaal een bemonsteringskast en een bemonsteringsprogramma nodig.”
Het is interessant om op deze manier de krachten van waterschappen en andere partijen te bundelen, besluit Verlaan. Hij wijst op de infrastructuur die voor bemonsteringen van Covid-19 is aangelegd. “De ambitie is altijd geweest dat we hiermee ook andere gidsstoffen en gezondheidsgerelateerde parameters kunnen monitoren. Hiervoor worden nu allerlei ideeën ontwikkeld.”
MEER INFORMATIE
Aa en Maas over de resultaten
H2O Actueel: start van pilot