secundair logo knw 1

De plastic soep in zee begint al in de rivieren. Vooral plastic flesjes, doppen en wikkels, blikjes en snackverpakkingen vervuilen de Maas en de Waal. Dat blijkt uit de eerste onderzoeksresultaten van het project Schone Rivieren.

Afgelopen zomer gingen de eerste dertig vrijwilligers op pad om de hoeveelheid, samenstelling en herkomst van afval in de Maas en de Waal te onderzoeken. Doel van het project is om in kaart te brengen welk afval via de rivieren in zee belandt.

Uit eerder onderzoek naar strandafval aan de Nederlandse kust blijkt dat plastic flesjes en doppen in de top vijftien van het meest gevonden plastic strandafval staan.

‘’Maar het was nog onderbelicht hoeveel daarvan uit de rivieren komt’’, zegt projectleider Koen van Loon van IVN Natuureducatie. ‘’En nu blijkt wel: de rivieren zijn echt niet schoon.’’

Duitse labels

Op iedere 100 meter rivieroever vonden de vrijwilligers gemiddeld 224 stuks afval, waarvan 60 procent uit plastic bestond. Veel afval was zodanig verweerd dat het lastig was de bron te herleiden.

Gemiddeld ging het daarnaast om 40 plastic drankverpakkingen (flessen, wikkels en doppen) en 25 chips-, snoep- en snackverpakkingen.

‘’Het merendeel is afkomstig van consumenten en recreanten’’, weet Van Loon. ‘’Maar het is nog onduidelijk hoe het op deze plek terechtgekomen is. Het kan ook gedumpt zijn, of van een schip overboord gegooid. Opvallend is dat er aardig wat Duitse labels tussen zaten.’’

Viaduct

Ook verder wil hij nog geen conclusies trekken. Een van de onderzochte locaties langs de Waal piekt er bovenuit met de hoeveelheid afval, maar mogelijk komt dat doordat er vlakbij een viaduct is. ‘’Dan gaat het om afval dat uit auto’s is gegooid en hier naartoe gewaaid, of misschien heeft het wel te maken met de stroming, of is er een groot feest geweest.’’

De initiatiefnemers van het project, naast IVN ook Plastic Soup Foundation en Stichting De Noordzee, willen dit jaar vijfhonderd vrijwilligers opleiden om grondiger onderzoek te kunnen doen. Dat gebeurt volgens Europese richtlijnen die al vijftien jaar worden toegepast bij afvalonderzoek op stranden. De vrijwilligers krijgen ieder een stukje rivieroever toegewezen waar zij twee keer per jaar het afval verzamelen en turven.

De eerste ronde leverde ook bijzondere vondsten op, zoals een kunstgebit, deels verbrande studieboeken en een stapel laminaat. Dat laatste wijst volgens Van Loon op moedwillige dumping.

Statiegeld

Eerder al trok hij met vrijwilligers langs de Waal om afval te ruimen. ‘’De afgelopen jaren hebben we 60.000 kilo afval verzameld. Dat is superbelangrijk, maar het blijft toch dweilen met de kraan open. Nu willen we het probleem bij de bron aanpakken.’’

Voor Jeroen Dagevos van de Plastic Soup Foundation zijn de eerste resultaten reden om te pleiten voor het invoeren van statiegeld op plastic flesjes en blikjes. Hij verwijst naar een onlangs verschenen rapport van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waaruit blijkt dat de invoering van statiegeld ervoor zorgt dat er tot 6 miljoen minder flesjes per jaar in het milieu terechtkomen. ‘’Op die manier kunnen we de toestroom van plastic afval naar de zee stoppen”, meent Dagevos.

Lees hier de eerste onderzoeksresultaten van het project Schone Rivieren

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?