Driehonderd vrijwilligers doen de komende 2 weken strandafvalonderzoek langs de Nederlandse Noordzeekust. Zij zijn burgerwetenschappers van het nieuwe onderzoeksprogramma Meet Mee voor een Schone Noordzee, een initiatief van Stichting De Noordzee.
De vrijwilligers werken volgens richtlijnen die de stichting samen met Universiteit Utrecht heeft ontwikkeld, gebaseerd op een methodiek die bij strandafvalonderzoek in heel Europa wordt gebruikt. Dat betekent dat de vrijwilligers 2 keer per jaar (maart en oktober) een stuk strand van 50 meter breed van de duinrand tot de waterlijn onderzoeken. Binnen dat vak wordt al het zichtbare afval van snoepverpakking tot vispluis opgeruimd en in een app bijgehouden. De vrijwilligers krijgen daarvoor een training.
Stichting De Noordzee doet al langer strandafvalonderzoek langs de Noordzeekust. Dat gebeurt op 4 niet-toeristische stranden. Dit onderzoek wordt nu aangevuld met honderden locaties langs de hele kust. Zo ontstaat er een completer beeld van de bronnen, hoeveelheid, samenstelling en verspreiding van het aangespoelde en achtergelaten afval op de Nederlandse Noordzeestranden, schrijft de stichting, die de ambitie heeft om met een terugkerend en groeiend onderzoeksprogramma uiteindelijk de hele Nederlandse Noordzeekust meerdere keren per jaar te monitoren.
Uit het onderzoek dat de stichting tot dusverre door de jaren heen heeft gehouden, blijkt dat het aangetroffen afval op de stranden de afgelopen 10 jaar met 25 procent is gedaald. Toch wordt nog steeds 282 stuks afval per 100 meter strand gevonden. De ambitie van de stichting is om dat in 2030 terug gebracht te hebben naar 20 stuks per 100 meter. Het meeste strandafval bestaat uit vispluis, kleine stukjes plastic, doppen, snackverpakkingen en ballonresten. Maar ook plastic tasjes en sigarettenfilters worden veel gevonden.