Vorige week werd bekend dat circa 10 miljoen euro ter beschikking is gesteld voor de aanleg van, in eerste instantie, vier getijdenparken in de regio Rijnmond. Ook traden er vijf nieuwe partners toe tot het coördinerende programma 'Rivier als getijdenpark'.
Getijdenparken liggen in en aan de rivier en staan onder invloed van eb en vloed. De stadsregio Rotterdam was de oorspronkelijke initiatiefnemer van het programma. Inmiddels behoren ook waterschappen, verschillende gemeenten, de provincie, instellingen als het Wereld Natuur Fonds en bedrijven als ingenieursbureau Tauw tot de in totaal vijftien partners.
"De rivier is meer dan een snelweg voor boten," zegt Walter de Vries, programmamanager 'Rivier als getijdenpark'. "Je haalt de natuur de stad binnen en dat is goed voor het milieu, bijvoorbeeld de visstand, en de leefomgeving omdat het kansen biedt voor recreatie." Maar ook de waterveiligheid is gediend bij getijdenparken. Buitendijkse verhogingen kunnen bijvoorbeeld als golfbreker functioneren. De dijken hoeven dan minder hoog te zijn. "Dat is voor waterschappen natuurlijk heel interessant, en daarom zijn we ook blij dat de drie in onze regio actieve waterschappen nu bij het project zijn betrokken."
Omdat het plan zoveel verschillende aspecten kent, op het gebied van natuur, veiligheid en recreatie, komt de financiering ook uit verschillende potjes. "We krijgen bijvoorbeeld geld van de provincie, de gemeenten, Rijkswaterstaat, het Havenbedrijf Rotterdam, het bedrijfsleven en de Europese Unie."
Intussen is de financiering voor vier getijdenparken nu volledig rond en zijn vijf andere deels gefinancierd. "Onze eerste prioriteit is nu het uitvoeren van de eerste vier projecten, omdat we nu resultaten willen laten zien. Daarnaast willen we de financiering voor de overige vijf zo snel mogelijk rond krijgen en blijven we er aan werken om nieuwe partners voor het project te winnen."
Een overzicht van de plannen, vindt u hier (PDF).
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.