Waterschap Zuiderzeeland is teruggefloten door de rechtbank. Het waterschap had waterschapsheffing opgelegd aan Natuurmonumenten, de beheerder van de Marker Wadden. Aangezien dit gebied in Rijkswateren ligt, is dat volgens de rechtbank echter niet toegestaan. Het gaat om 70.000 euro per jaar.
De Marker Wadden, gelegen in het Markermeer, vallen volgens de eigen kaarten in het beheersgebied van Zuiderzeeland. Het waterschap verricht er ook diensten, bijvoorbeeld als het gaat om bever- of muskusrattenbestrijding.
Vanuit die logica hief Zuiderzeeland vanaf 2021 70.000 euro per jaar waterschapsbelasting. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft nu in hoger beroep geoordeeld dat het waterschap dit niet had mogen doen. Het verwijst in deze uitspraak naar het Waddenzee-arrest uit 2018 en het beslissende punt is dat de Marker Wadden in Rijkswateren liggen.
Hoewel de mogelijkheid nog bestaat om in cassatie te gaan, verwacht het waterschap niet dat dit zal gaan gebeuren. “Maar de beslissing daarover ligt in eerste instantie bij het GBLT, de organisatie die namens ons en diverse andere waterschappen de belastingen int,” vertelt Theresa Naaktgeboren van het waterschap. “De uitspraak kan namelijk ook gevolgen hebben voor andere waterschappen met beheerstaken in Rijkswateren.”
Natuurmonumenten tekende bezwaar aan tegen de heffing over het jaar 2021. De uitspraak van de rechter heeft sowieso ook gevolgen voor de heffingen over 2022 en 2023. “In 2024 is de Omgevingswet ingegaan. Daarin staan wij genoemd als de beherende partij van de Marker Wadden. We onderzoeken nu daarom of deze uitspraak ook gevolgen heeft voor de heffingen van 2024 en daarna. Daarover hopen we zo snel mogelijk duidelijkheid te hebben.”
Het waterschap sluit niet uit dat ook andere partijen naar aanleiding van deze gerechtelijke uitspraak hun heffingen zullen betwisten. “Daar zijn op dit moment nog geen concrete aanwijzingen voor. Maar feit is wel dat we veel Rijkswateren in ons beheergebied hebben. In totaal betreft dat 95.000 tot 100.000 hectare op onder andere Markermeer en IJsselmeer. We moeten er dus wel rekening mee houden dat het Rijk op basis van deze uitspraak een andere financiële afweging maakt en daar bereiden we ons dus op voor.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.