Rekening houden met water blijft een belangrijk thema bij de bouw van nieuwe woningen. Dat heeft minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gezegd in een overleg met Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, zo laat de Unie weten.
Aanleiding voor het gesprek waren uitspraken van Keijzer in het commissiedebat Ruimtelijke Ordening van 2 oktober over het beleidsuitgangspunt water en bodem sturend. Ze zei: “In het ontwerp Nota Ruimte dat volgens planning, als het aan mij ligt, voor de zomer van 2025 ter inzage gelegd wordt, is het niet meer water en bodem sturend, maar is het, zoals u heeft kunnen lezen in het hoofdlijnenakkoord, rekening houden met water en bodem.”
De bewindsvrouw lichtte de wijziging toe: “Als je zegt dat je op lage plekken niet meer mag bouwen, dan hebben we in een groot gedeelte van Nederland problemen. We kunnen een hoop met elkaar als het gaat om technische maatregelen, maar dan moet je dat natuurlijk ook wel doen met elkaar. Dat is uiteindelijk ook de manier waarop we die discussie met elkaar moeten gaan beslechten.”
Afgezwakt
In de commissie trok Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) de conclusie dat het door minister Mark Harbers ingezette beleid ‘water en bodem sturend’ wordt afgezwakt. Hij vroeg om toelichting: "Wat is het verschil tussen ‘water en bodem sturend’ en ‘rekening houden met water’?"
Keijzer reageerde: “'Water en bodem sturend' is een waterschap dat zegt: hier mag je niet bouwen. 'Rekening houden met water en bodem' betekent vervolgens vragen: maar waarom dan en kunnen we dat niet op een andere manier oplossen met elkaar? Even heel praktisch gezegd is dat de manier waarop we dit moeten gaan doen.”
Onduidelijkheid
De uitspraken van de bewindsvrouw hebben voor onduidelijkheid gezorgd ‘over het voorzetten van beleid rond het water en bodem sturend laten zijn voor ruimtelijke plannen’, schrijft de Unie. In het gesprek tussen Keijzer en Van der Sande kwam er enige duidelijkheid. “In het gesprek met de Unie van Waterschappen liet de minister weten dat rekening houden met water een belangrijk onderdeel bij de bouw van nieuwe woningen blijft”, schrijft de Unie.
Van der Sande benadrukte in het gesprek met de minister het belang van ‘water en bodem sturend’ als beleidsprincipe in de ruimtelijke inrichting. “Wij vinden dat inwoners van Nederland mogen verwachten dat er bij de bouw van hun woningen verstandige keuzes worden gemaakt. Als overheid moeten we niet willens en wetens huizen met verborgen gebreken opleveren aan inwoners.”
Hij sprak daarbij, zo schrijft de Unie, de wens uit dat er nationale regie komt, ‘zodat lokale overheden kaders hebben waarbinnen ze aan de slag kunnen gaan’. “Het risico is anders dat er een wirwar aan lokale regels (denk aan aparte waterschapsverordeningen) komt, terwijl nationale regels duidelijkheid kunnen scheppen”, aldus Van der Sande.