De vijf dagelijkse bestuurders van het waterschap Hollandse Delta hebben hun functie ter beschikking gesteld. Aanleiding is het rapport van Hans Andersson over de bestuurscultuur binnen het waterschap. De organisatieadviseur stelt vast dat er sprake is van een onwerkbare situatie door een verziekte bestuurscultuur. Het vertrek van de heemraden moet de weg vrijmaken voor een interim-college dat werkt aan verbetering van de verhoudingen binnen het waterschapsbestuur.
De bestuurders Johan van Driel, Leo Stehouwer, Piet Kome, Petra van Nes en Marjo van Maurik maakten hun vertrek gisteravond bekend in een extra vergadering van het algemeen bestuur (Verenigde Vergadering). De eerste twee deden dat bij aanvang van de vergadering, de overige drie gaande het overleg.
Van Driel lichtte als eerste zijn besluit toe. Hij was onder de indruk van het rapport van Andersson dat de titel 'Uitsluiting leidt tot verziekte bestuurscultuur' draagt. Van Driel: “De keuze is helder: voortmodderen of de verhoudingen doorbreken. Het gaat mij aan het hart dat ik moet constateren dat onze bestuurscultuur de ontwikkeling van het waterschap in de weg zit. Ik ben lid van het college en ik heb gemeend dat ik mijn politieke verantwoordelijkheid moet nemen, vanwege de conclusies die getrokken zijn. Ik stel mijn functie per direct beschikbaar en ik doe dat met pijn in het hart.”
Onwerkbare situatie
Andersson bracht de bestuurlijke problemen bij het waterschap de afgelopen maanden in kaart. In een extra besloten vergadering op 11 maart presenteerde hij zijn bevindingen aan de Verenigde Vergadering, onder meer dat er een onwerkbare situatie was ontstaan binnen het college van dijkgraaf en heemraden. Ook signaleerde hij een verziekte bestuurscultuur tussen college en Verenigde Vergadering en binnen de Verenigde Vergadering, die al een lange voorgeschiedenis heeft.
Het beraad kreeg maandagavond een vervolg, waar werd besloten de vertrouwelijkheid van het rapport op te heffen. Daarin adviseert Andersson de Verenigde Vergadering een interim-college aan te stellen, ‘dat in een gedepolitiseerde en zakelijke sfeer onder leiding van de nieuwe dijkgraaf de resterende zittingsperiode van het bestuur gaat werken aan eerder geformuleerde verbetersporen’.
Tweede fase
De bevindingen van Andersson zijn nu het vertrekpunt van de tweede fase van het traject: 'de verkenning van oplossingsrichtingen en mogelijke verbetermaatregelen'. Peter van der Velden, voorzitter van de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), voert deze verkenning uit.
In samenspraak met Van der Velden wordt gezocht naar nieuwe kandidaten voor het dagelijks bestuur. De verwachting is dat dit proces enkele weken duurt, aldus een persverklaring van het waterschap. Dijkgraaf Jan Bonjer neemt voorlopig de taken van het dagelijks bestuur waar.