De vergunningen voor lozingen van zeker twaalf van Nederlands grootste industriële bedrijven stroken volgens onderzoeksplatform Investico niet met de regels van de Europese Kaderrichtlijn Water. Zij hebben bijvoorbeeld een verouderde vergunning of voerden geen immissietoets uit. Verschillende bedrijven zijn het hiermee oneens.
Tot de twaalf bedrijven behoren onder meer Dow Chemical in Terneuzen, Tata Steel in IJmuiden, de Rotterdamse raffinaderij van Shell en zoutfabriek Nedmag in Veendam. Zij kunnen in juridische problemen komen, stelt Investico. Burgers en milieuorganisaties kunnen rechtszaken aanspannen als door bedrijfsactiviteiten de waterkwaliteit verslechtert.
Het journalistieke onderzoeksplatform publiceerde hierover eind vorige week een aantal artikelen op de eigen website. Investico bracht de vergunningsproblemen in beeld in samenwerking met Het Financieele Dagblad, mede voor Trouw en de Groene Amsterdammer.
Verschillende achterhaalde vergunningen
Investico heeft gekeken naar bedrijven die stoffen lozen in wateren waar van die stoffen er al te veel zijn. Van hen zijn de vergunningen en immissietoetsen (waarmee de effecten van lozingen op het milieu worden bepaald) opgevraagd. Ook zijn gesprekken gevoerd met experts en vertegenwoordigers van een aantal bedrijven.
De conclusie is dat van ten minste twaalf grote bedrijven de watervergunningen niet in lijn zijn met de KRW-eisen. De vergunning kan achterhaald zijn omdat de normen inmiddels zijn aangescherpt. Investico stelt dat dit bijvoorbeeld geldt voor AEB, Nedmag en Shell. Het platform verwijst naar experts die van mening zijn dat vooral Rijkswaterstaat te langzaam is met het op orde brengen van vergunningen.
Soms geen immissietoets uitgevoerd
Bedrijven als BP en KLK Kolb hebben nooit de verplichte immissietoets uitgevoerd. Andere bedrijven slagen er niet in om aan deze toets te voldoen. Zo lozen Nedmag, Shell en Tata Steel te veel kwik op oppervlaktewater en Dow grote hoeveelheden zink.
Het onderzoek werd er niet gemakkelijker op gemaakt doordat de vergunningen verspreid liggen bij Rijkswaterstaat, waterschappen en omgevingsdiensten. Het kostte Rijkswaterstaat ruim een maand om de vergunningen en milieuonderzoeken beschikbaar te stellen. Deze informatie zou in principe openbaar moeten zijn, aldus Investico.
Tegengas door bedrijven
Het merendeel van de twaalf bedrijven geeft tegengas. Bijvoorbeeld Shell laat in een reactie met als kop ‘Onjuist’ weten dat de watergunning in 2022 is gemoderniseerd en dus actueel is. Het bedrijf moet volgens de bepalingen voldoen aan alle nieuwe minimalisatieverplichtingen. Daarmee is de vergunning automatisch in lijn met huidige en toekomstige EU-regels, aldus Shell.
Ook andere bedrijven zetten kanttekeningen bij de constateringen in het onderzoek. Zo zegt een aantal te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen, terwijl van enkele bedrijven de vergunningen momenteel opnieuw worden onderzocht.