De militaire vliegbasis Leeuwarden is de bron van de hoge concentraties PFOS/PFAS in de Jelsumer Feart. Dat is de conclusie van het brononderzoek dat Wetterskip Fryslân heeft uitgevoerd. Er zijn naast de vliegbasis geen andere vervuilingsbronnen gevonden die verantwoordelijk kunnen zijn voor de verhoogde concentraties PFOS en/of PFAS in het oppervlaktewater en rioolwater, aldus het waterschap.
Dat de vliegbasis de bron is van de vervuiling leidt het waterschap af uit de PFOS/PFAS-concentraties die gemeten zijn in het oppervlaktewater en de waterbodem op en rondom de basis. "Daarbij is sprake van actuele lozingen vanaf de vliegbasis van afvalwater/hemelwater met daarin PFOS/PFAS op het oppervlaktewater. Deze actuele lozingen (lozingen vanuit olie-/slibafscheiders die lozen op het oppervlaktewater) in combinatie met uitwisseling van PFOS/PFAS in het bodemslib en het oppervlaktewater, zorgen voor de verhoogde concentraties PFOS en PFAS in het water van de Jelsumer Feart."
Of deze concentraties een gevolg zijn van PFAS-houdende stoffen die nog steeds in gebruik zijn, of dat het hier uitspoeling van historische verontreiniging betreft, kunnen we niet met zekerheid vaststellen, staat in het het onderzoek. "De verontreiniging van de waterbodem is vermoedelijk veroorzaakt door historisch gebruik van PFOS/PFAS op de vliegbasis Leeuwarden."
Op de vliegbasis is in de hoofdwatergang, die uitmondt bij het gemaal aan de oostkant, het hoogste PFOS-gehalte van 8.800 nanogram per liter gemeten. “Dit is een overschrijding van ruim 13.000 keer de PFOS-norm van 0,65 nanogram per liter van de Europese Kaderrichtlijn Water.”
In de rioolbuis aan de Kampweg, waar het rioolstelsel van de vliegbasis rechtstreeks op aansluit, is een PFOS-normoverschrijding van ruim 2.000 keer (1.300 nanogram per liter) aangetroffen, schrijft het waterschap. “In de monsters zijn ook andere stoffen uit de PFAS-familie in duidelijk verhoogde concentraties aangetroffen.”
Uitgesloten
Het waterschap onderzocht ook vijf verschillende bedrijven en terreinen aan of in de buurt van de Jelsumer Feart, maar deze onderzochte locaties zijn uitgesloten als vervuilingsbron. "We komen tot deze conclusie, omdat bij deze bedrijven geen activiteiten plaatsvinden waar PFOS/PFAS actief wordt gebruikt of in het verleden op grote schaal zijn gebruikt."
Uit eerder onderzoek als voorbereiding op baggerwerkzaamheden is gebleken dat de waterbodem van de vaart over een lengte van bijna 2 kilometer verontreinigd is met hoge concentraties PFOS. Later zijn in het aanvullende onderzoek ook in Lytse Feart hoge concentraties PFOS en PFAS aangetroffen, hoewel deze lager zijn dan in de Jelsumer Faert.
Het waterschap maakt een plan van aanpak om de Jelsumer Feart weer schoon te maken. “Voorwaarde is dat de vervuilingsbron op de vliegbasis nu eerst wordt weggenomen. Baggeren is pas zinvol als er geen nieuwe verontreiniging meer bij komt”, zegt dijkgraaf Luzette Kroon. Defensie heeft toegezegd snel aan de slag te gaan met een saneringsplan, schrijft het waterschap.
Het waterschap heeft de verontreiniging gemeld bij het Openbaar Ministerie, zo laat het weten.
LEES OOK
H2O actueel: PFOS-concentraties in Jelsumer Feart zijn zo hoog, dat niet alleen blusschuim de mogelijke bron kan zijn
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.