Doris van Halem is benoemd tot hoogleraar Drinking Water Quality & Treatment bij de TU Delft. Ze op 1 juli in haar nieuwe functie begonnen.
De ambitie van Van Halem is om te begrijpen hoe verontreinigingen zich in ons water gedragen en deze kennis in te zetten om nieuwe processen voor duurzame waterbehandeling te ontwikkelen. Zowel nationaal als mondiaal staan onze drinkwaterbronnen onder toenemende druk, wat vraagt om nieuwe strategieën en technologieën om de toegang tot veilig water zeker te stellen.
Van Halem leidt ook het TU Delft | Water for Impact programma, waarbinnen ze verantwoordelijk is voor het stimuleren van internationaal wateronderzoek in het kader van duurzame ontwikkeling. In haar onderzoek richt ze zich op de vaak complexe interactie tussen biologische, chemische en fysische mechanismen in zuiveringprocessen, zoals biologische zandfilters, keramische membranen, duinpassage, en elektrocoagulatie.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.