Harm Küpers, secretaris-directeur van Waterschap Hunze en Aa’s, heeft de waterschapspenning gekregen. "Hij heeft veel betekend voor de waterschapssector in het algemeen en voor Hunze en Aa’s in het bijzonder."
Dijkgraaf Geert-Jan ten Brink reikte de penning uit tijdens de vergadering van het algemeen bestuur. De bestuurder liet weten dankbaar te zijn voor de inzet van Küpers, die binnenkort met pensioen gaat.
Ten Brink: “Harm Küpers heeft veel betekend voor de waterschapssector in het algemeen en voor Hunze en Aa’s in het bijzonder. 17 jaar heeft hij leidinggegeven aan de ontwikkeling van ons waterschap. Nuchter en bescheiden. Gedreven door passie en enthousiasme en het maatschappelijk belang van goed waterbeheer.”
Küpers studeerde eind jaren zeventig, begin jaren tachtig van de vorige eeuw cultuurtechniek aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. Zo’n 20 jaar later volgde de studie bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Korte tijd later, in 2007, ging Küpers aan de slag als secretaris-directeur. Küpers was sectorhoofd bij het waterschap en werd voorgedragen door het bestuur. Zijn benoeming kreeg niet de zegen van de ondernemingsraad, ze tekende RTV Noord toentertijd op. Hij zal zich de komende tijd moeten bewijzen, zei OR-voorzitter Ernst Messink, aldus de berichtgeving van RTV Noord.
17 jaar later neemt hij als secretaris-directeur afscheid met de waterschapspenning.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.