Kees Jan de Vet stopt als dijkgraaf van Waterschap Brabantse Delta. Hij neemt per 1 mei 2025 afscheid.
De Vet was op 1 september 7 jaar dijkgraaf van het West-Brabantse waterschap. In die jaren zag hij de functie van de waterschappen veranderen. “In het verleden waren de waterschappen vooral uitvoeringsorganisaties, nu moeten we voorbereid zijn op de uitdagingen die het veranderende klimaat met zich meebrengt”, zegt hij op de website van het waterschap.
Een robuust watersysteem en verduurzaming van de waterketen zijn grote uitdagingen waar we de komende jaren voor staan, aldus de dijkgraaf. “We lopen tegen de grenzen van ons watersysteem aan.”
In Brabant is het watersysteem kwetsbaar en moet ingezet worden op herstel van het overvraagde (grond)watersysteem. De drie Brabantse waterschappen hebben daar een belangrijke rol in. Ze werken samen met De Vet als voorzitter. Hij noemt het in die rol ‘uitermate boeiend om de grote veranderingen die in Noord-Brabant op ons afkomen, te kunnen agenderen’. “Daarbij voelde ik mij gesteund door een zeer gemotiveerde en betrokken organisatie en bestuur.”
De Vet kondigt zijn afscheid nu al aan, zodat het algemeen bestuur voldoende tijd heeft om een nieuwe dijkgraaf voor te dragen, schrijft het waterschap. De opvolger van De Vet wordt 1 mei 2025 benoemd door de Kroon.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.