secundair logo knw 1

Marjolijn Haasnoot is aan de Universiteit Utrecht benoemd tot hoogleraar Klimaatadaptatie in Delta’s en Kustgebieden. De aanstelling aan de faculteit Geowetenschappen gaat 1 november in.

Marjolijn HaasnootHaasnoot is al verbonden aan de universiteit als universitair hoofddocent in klimaatadaptatie. Daarnaast werkt ze als onderzoeker bij het kennisinstituut Deltares in Delft. 

Haasnoot is onderzoeker klimaatadaptatie en schreef mee aan het recente IPCC-rapport over gevolgen van klimaatverandering en adaptatie. Ze is voorts lid van de Wetenschappelijke Klimaatraad die de overheid gevraagd en ongevraagd adviseert over klimaatbeleid. Voor H2O schrijft ze columns.

Rode draad in haar werk is het onderzoeken van de gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging, sociaaleconomische ontwikkelingen en alternatieve maatregelen om robuuste en adaptieve plannen te ontwikkelen.

Haasnoot wordt een van de weinige hoogleraren wereldwijd die zich richt op klimaatadaptatie, schrijft Deltares. Wilco Hazeleger, decaan van de faculteit Geowetenschappen, zegt in een reactie op haar benoeming: “Door Marjolijns benoeming gaan we het wetenschappelijke onderzoek aan de Universiteit Utrecht en onze studenten nog beter verbinden met Deltares, dat wereldwijd werkt aan oplossingen voor klimaatverandering.”

Haasnoot is trots en blij dat haar aanstelling aan de universiteit wordt versterkt en dat met haar benoeming tot hoogleraar de kennis over klimaatadaptatie vanuit de wetenschap een impuls krijgt. In het onderwijs wil ze het onderwerp klimaatadaptatie een steviger plek geven in het curriculum, zodat meer studenten zich gaan richten op de aanpassing van de maatschappij aan de klimaatverandering.

“Daarnaast wil ik het onderwijs voor professionals op dit onderwerp uitbreiden. Hier ben ik vorig jaar, samen met een aantal collega’s, al mee gestart met de cursus Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.