Oeds Bijlsma stopt als secretaris-directeur bij Wetterskip Fryslân. Hij neemt 10 augustus afscheid.
Bijlsma (63) is ruim 8 jaar in dienst van het waterschap. Daarvoor werkte hij 13 jaar bij de provincie Fryslân, eerst als griffier van de Provinciale Staten later als directeur beleid & programma’s. Hij ontving de CdK-penning bij zijn afscheid van de provincie ‘vanwege zijn inzet, creativiteit en loyaliteit aan de provincie in het algemeen en aan de Commissaris van de Koning in het bijzonder’.
Bij zijn komende afscheid bij het waterschap spreekt dijkgraaf Luzette Kroon waarderende woorden. “Zijn rol als verbinder en zijn mensgerichte manier van werken is van grote waarde. Hij heeft de organisatie voorbereid op de wateropgaven van de toekomst en een belangrijke rol gespeeld in de samenwerking met onze partners. Hij vervulde een sleutelpositie tussen bestuur en organisatie en heeft de politiek-bestuurlijke samenwerking versterkt.”
Het waterschap begint binnenkort met de procedure voor de benoeming van een nieuwe secretaris-directeur.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.