Suzanne McGowan is benoemd tot bijzonder hoogleraar Aquatic Ecosystem Dynamics bij de Universiteit Utrecht. McGowan gaat zich richten op de vraag hoe waterecosystemen werken, en hoe die onder invloed staan van de grote veranderingen die onze planeet doormaakt.
McGowan is een vooraanstaand onderzoeker op het gebied van aquatische ecologie en paleolimnologie. Ze is hoofd Aquatische Ecologie bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), waar ze aan verbonden blijft.
McGowan gebruikt langetermijnstudies om milieukwesties zoals vervuiling met voedingsstoffen, klimaatverandering en hydrologische veranderingen in meren te onderzoeken. Haar werk richt zich op het begrijpen hoe deze factoren aquatische ecosystemen beïnvloeden.
Tot nu toe beperkt waterecologisch onderzoek zich meestal tot vrij korte periodes, zoals enkele weken of seizoenen, omdat die nog behapbaar zijn voor experimenten en metingen. Daarnaast bekijken onderzoekers vooral watersystemen die gemakkelijk toegankelijk zijn, en niet zozeer de watersystemen die ecologisch gezien het meest relevant zijn. Als hoogleraar wil McGowan hierin verandering brengen. Ze zal belangrijke expertise toevoegen op het snijvlak van ecologie en aardwetenschappen – te beginnen met langere tijdschalen.
Waterecosystemen zijn dynamische en essentiële fundamenten voor het leven. Maar ze kunnen ook ‘te dynamisch’ worden. Zoetwatersystemen zijn bijvoorbeeld zeer kwetsbaar voor milieuvervuiling en klimaatverandering, omdat ze hun water ontvangen van snel veranderende landoppervlakken. “In waterecosystemen neemt de diversiteit sneller af dan in welk ander ecosysteem ook,” zegt McGowan.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.