Valéry Hunnik gaat aan de slag als directeur bij Waterschap Rivierenland. Samen met secretaris-directeur Kees Vonk, directeur Jacob Knoops en directeur Rob Kleijwegt vormt zij de directieraad van het waterschap.
De watersector is geen onbekende wereld voor Hunnik. Zo heeft zij gewerkt bij een rechtsvoorganger van Brabantse Delta: Mark en Weerijs, waar ze ook 4 jaar lang bestuurder was.
Nadien was ze werkzaam bij het ministerie van Landbouw en als raadsgriffier bij de gemeente Alphen-Chaam. Sinds 2005 werkt Hunnik bij de gemeente Rotterdam, waar zij diverse managementfuncties heeft gehad.
Momenteel is zij afdelingshoofd Economie bij Stadsontwikkeling Rotterdam. Ze begint 15 januari 2024 bij het waterschap.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.