secundair logo knw 1

Hans van Duivendijk is op 89-jarige leeftijd gepromoveerd aan de TU Delft. Hij is daarmee de oudste promovendus ooit aan de technische universiteit. Het is de kroon op een levenslang werk in de watersector, dat gemarkeerd wordt door bijzondere momenten. Zo werd hij in 1953 tijdens de watersnoodramp ingezet bij de sluiting van de doorbraken in 1953 van Schelphoek en het Dijkwater.

Hans van Duivendijk 180 vkbHans van DuivendijkVan Duivendijk verdedigde met succes zijn proefschrift ‘Fighting Against the Current’ over het dichten van dijkgaten met relatief eenvoudige methoden. Van Duivendijks onderzoek richtte zich op zowel de historische methoden van dijkreparatie tussen 1200 en 1900 als de moderne toepassingen van deze methoden in ontwikkelingslanden.

Zijn promotor was Bas Jonkman, hoogleraar integrale waterbouwkunde aan de TU Delft. Hij zegt op de site van TU Delft: “Hans van Duivendijk heeft een uniek waterbouwkundig-historisch onderzoek uitgevoerd. Daarbij heeft hij geput uit zijn eigen ervaring met dijksluitingen na de watersnoodramp van 1953 en door hem geleide sluitingen in Bangladesh en Ghana. De inzichten blijken nog steeds uiterst relevant, want in Bangladesh en andere landen in Zuidoost-Azië worden dijken nog met veel menskracht gedicht.”

promotie Hans van Duivendijk Foto Pieter van DuivendijkPromotie Hans van Duivendijk | Foto Pieter van Duivendijk

Van Duivendijk studeerde in de jaren vijftig van de vorige eeuw wegen- en waterbouwkunde aan de TU Delft. In 1958 rondde hij zijn studie af met een afstudeerscriptie over een alternatief dwarsprofiel voor de Grevelingendam. Twee jaar later begon hij zijn loopbaan als afgestudeerd civiel ingenieur bij Van Hasselt en de Koning (Royal Haskoning).

Hij was ruim 39 jaar werkzaam bij het ingenieurs- en architectenbureau. Hij deed onderzoek op het gebied van rioolwaterzuiveringsinstallaties en stedenbouwkunde en was betrokken als adviseur bij projecten in vele landen gericht op onder andere het afsluiten van zeegaten en aanleg van dammen. Daarnaast had hij ruim 20 jaar een deeltijdbaan als ‘associate professor’ aan de TU Delft waar hij het vak energiewaterbouwkunde doceerde.

De waterbouwkundige was voorts actief in internationale technische commissies vooral op het gebied van de bestrijding van overstromingen. Hij publiceerde een uitgebreide lijst artikelen over kustverdediging, getijsluitingen, bestrijding van overstromingen en rivierwerken. Voor zijn werk werd hij in 2010 onderscheiden met de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Na zijn pensionering werd hij zelfstandig raadgevend ingenieur. In 2016 publiceerde de in Zierikzee geboren Van Duivendijk zijn in eigen beheer uitgegeven boek ‘Het liefst eigen baas’, waarin hij vertelt over de relatie tussen zijn familie en de scheepsbouw. Aan het boek ging een uitgebreid onderzoek vooraf naar de scheepswerven die leden van de familie van Duijvendijk (ook Duyvendijk, Duivendijk) in 280 jaar stichtten en exploiteerden. Het waren er in totaal 35. Van Duivendijk karakteriseert de scheepsbouwdynastie van de familie aan de hand van drie kenmerken: zelfstandigheid, groot vakmanschap en een groot doorzettingsvermogen.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.