Jaap Deurloo heeft de waterschapspenning van de Unie van Waterschappen gekregen als waardering voor zijn inzet als dijkwacht. Deurloo is al 70 jaar actief als dijkwacht.
Het begon met de Watersnoodramp van 1953. Toen hielp Deurloo zijn vader met het dichten van het gat aan de Zeedijk bij Oudenhoorn. Een jaar later bereikte het water van het Haringvliet weer een gevaarlijke hoogte en opnieuw stond Jaap paraat, schrijft het Waterschap Hollandse Delta. “Ik ben opgegroeid met eb en vloed, water zit gewoon in m’n DNA.”
De penning werd hem uitgereikt door dijkgraaf Jan Bonjer van Hollandse Delta. De bestuurder sprak over een bijzonder jubileum. “De waterschapspenning is een blijk van waardering die je dubbel en dwars hebt verdiend. Jij hebt je je hele leven ingezet voor de waterveiligheid in ons gebied. Eigenlijk ben je gewoon een dijkwacht voor het leven.”
Deurloo stelde vast dat de dijkwacht vroeger meer waardering kreeg dan nu. “Toen was het een eer als je werd gevraagd als dijkwacht. Tegenwoordig zeggen ze: wat moet je daar nou nog doen?” En ook al hoefde hij in de afgelopen 70 jaar maar 4 tot 5 keer serieus in actie te komen, het blijft volgens de jubilerende dijkwacht zaak om waakzaam te blijven. “Want anders gaat het gegarandeerd een keer mis.”
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.