secundair logo knw 1

Meer dan ooit moeten we over de toekomst van Nederland nadenken, met een aantal fundamentele keuzes die gevolgen hebben voor de lange termijn, stelt Marjolijn Haasnoot. De vraag daarbij is: wie stuurt wie en in welke mate?


door Marjolijn Haasnoot


Marjolijn Haasnoot 180 vk parapluie Tijdens het hoogwater rond de jaarwisseling beleefden we niet alleen een piek in de rivierafvoer en in het peil van het IJsselmeer en Markermeer, maar ook in de berichten over gevolgen voor bouwen. Het ging over buitendijks bouwen in het IJsselmeer, bij Rotterdam, in de uiterwaarden bij Arnhem en in de diep gelegen Zuidplaspolder. Eerder publiceerde NRC een spannend verhaal over hoe Amsterdam uiteindelijk droog werd gehouden tijdens de storm Ciarán.

Experts zijn het erover eens: er is ruimte nodig voor keren, bergen en afvoeren van water en tegengaan van bodemdaling, maar ook voor wonen, werken, landbouw, natuur en energieopwekking. De vraag daarbij is: wie stuurt wie en in welke mate? Laten we eens van een afstand naar deze discussie kijken. Wat leren we hiervan?

Het gaat om fundamentele keuzes in het Nederlandse waterbeheer. Ze gaan over de basis van het Nederlands waterbeheer met grote waterbedeffecten

Ten eerste: het gaat om fundamentele keuzes in het Nederlandse waterbeheer. Ze gaan over de basis van het Nederlands waterbeheer met grote waterbedeffecten. Dat betekent dat we voor oplossingen naar het héle deltasysteem moeten kijken, dus ook naar de ruimtelijke inrichting.

Eén van deze fundamentele keuzes gaat over de grote rivieren. Hoe gaan we het water naar zee afvoeren bij een steeds hogere zeespiegel? Voor het IJsselmeer is al een keuze gemaakt met het installeren van pompen in de Afsluitdijk, als aanvulling op het spuien wat alleen mogelijk is als de waterstand in de Waddenzee lager is dan in het IJsselmeer. Vraag is wel: hoe lang kunnen en willen we daarmee doorgaan en willen we de mogelijkheid houden voor tijdelijk verhogen, mochten pompen uitvallen?

Een andere fundamentele keuze ligt bij de Nieuwe Waterweg. Met een stijgende zeespiegel sluit de Maeslantkering steeds vaker en komen we voor meerdere keuzes te staan: sluitpeil aanpassen, buitendijks gebied beschermen of ophogen, dijken in het achterland verhogen, een nieuwe of aanvullende stormvloedkering bouwen, of permanent afsluiten met een dam en het rivierwater naar zee pompen. Alle keuzes hebben in meer of mindere mate gevolgen voor waar en hoe te bouwen. Daarbij moeten we rekening houden met klimaatverrassingen en de potentiële, maar onzekere, klimaatgevolgen voor de langere termijn (hogere zeespiegelstijging, extreme neerslag, hogere piekafvoeren).

Een andere fundamentele keuze gaat over droogte: waar kunnen we water meer vasthouden, ook in Oost-Nederland, en welke consequenties heeft dat voor de landinrichting? Welke mogelijkheden bieden besparen en hergebruik van water als de grenzen van aanvoer en vasthouden van water in zicht komen? En wat betekent dit voor de vraag: waar en hoe te bouwen?

Aanpasbaar en tijdelijk bouwen. Dat is niet alleen een technisch, maar ook een maatschappelijk, cultureel en institutioneel vraagstuk: kun je mensen verplaatsen en waarnaartoe dan?

Ten tweede: het is belangrijk de opties en dilemma’s in beeld te hebben en de consequenties ervan voor de korte en lange termijn goed te doordenken. Het feit dat de banken en verzekeraars zich beginnen te roeren in dit debat, geeft aan dat hun rol ook meegenomen moet worden. Voorts wordt gesproken over aanpasbaar en tijdelijk bouwen. Dat is niet alleen een technisch, maar ook een maatschappelijk, cultureel en institutioneel vraagstuk: kun je mensen verplaatsen en waarnaartoe dan?

Europese regelgeving is een reden om bij het maken van fundamentele keuzes rekening te houden met de gevolgen voor waterkwaliteit, natuur, landbouw en klimaatbeleid. Ook boeren willen zekerheid over hun bestaan. Inzichtelijk maken van klimaatgevolgen, zoals verzilting en wateroverlast voor hun boerenpraktijk, kan helpen bij het samen maken van keuzes.

Meer dan ooit moeten we over de toekomst van Nederland nadenken. Er is een aantal fundamentele keuzes voor ons met langetermijngevolgen. De samenhang met andere opgaven en sectoren dienen we hierbij mee te nemen. Daarbij vraag ik me af: waarom is de discussie zo gefocust op het westen en kijken we niet naar heel Nederland? Laten we samen verder stappen zetten en de consequenties en (on)mogelijkheden goed doordenken. Alleen dan komen we verder.

Marjolijn Haasnoot is onderzoeker klimaatadaptatie bij Deltares en Universiteit Utrecht

Deze column verscheen in de printuitgave van H2O


LEES OOK DE ANDERE COLUMNS VAN MARJOLIJN HAASNOOT

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.
Het zou goed zijn als een natuurvergunning werkelijk integraal over de natuur ging en niet alleen sturend op flora en fauna oftewel top-down beleid, dat gemakkelijk het doel mist