Onderzoek van Lapinus laat zien dat systemen voor waterberging en infiltratie niet 70 centimeter onder het straatpeil hoeven te liggen, maar dat de helft ook voldoende is. Hierdoor zijn er meer toepassingen mogelijk voor deze systemen.
Lapinus is een dochterbedrijf van Rockwool, dat drukvaste platen steenwol levert onder de naam Rockflow, die in de grond kunnen worden aangebracht voor het tijdelijk bergen van regenwater. Tot nu werd aangenomen dat tussen een pakket van deze platen en de fundering van een weg zo'n 30 centimeter grond moest zitten om de druk van het verkeer op de weg voldoende te spreiden over de platen steenwol.
Hoe dunner de laag grond hoeft te zijn, hoe meer toepassingsmogelijkheden hiervoor zijn. In de eerste plaats kan het steenwolpakket dan dikker zijn, waardoor het meer water kan bergen. Maar er zijn ook meer mogelijkheden in situaties waarin de beschikbare diepte voor het aanbrengen van zo'n pakket beperkt is, zoals wanneer de grondwaterstand hoog is of indien er kabels en leidingen in de bodem liggen.
Onderzoek
Lapinus heeft met ingenieursbureau Kragten onderzoek gedaan naar de benodigde inbouwdiepte. Onder een weggedeelte op het fabrieksterrein van Rockwool in Roermond zijn pakketten Rockflow aangebracht op 38, 70 en 100 centimeter diepte onder het straatpeil.
Een jaar lang reden er iedere dag ongeveer 500 vrachtwagens met een gewicht van 5 tot 25 ton over de weg. Metingen wezen uit dat de zetting bij deze inbouwdieptes verwaarloosbaar was. Hiermee werden de resultaten bevestigd van laboratoriumproeven van de draagkracht van Rockflow bij kennisinstituut Deltares.
De gemeente Meijerijstad is waarschijnlijk de eerste opdrachtgever voor het toepassen van Rockflow op een geringere diepte dan de 70 centimeter die nu gebruikelijk was.