secundair logo knw 1

De Verenigde Vergadering van Hollandse Delta kwam fysiek bijeen in De Kuip, het Rotterdamse voetbalstadion

Waterschap Hollandse Delta heeft een tijdelijk dagelijks bestuur aangesteld. De vier heemraden geven met dijkgraaf Jan Bonjer bestuurlijke leiding aan het waterschap totdat er een interim college is gevormd. De aanstelling moet de eerste stap zijn in herstel van vertrouwen in het bestuur van het waterschap. Dat lijkt nog een lange weg. 

De Verenigde Vergadering stemde maandagavond in met de vier heemraden. De vier tijdelijke dagelijks bestuurders zijn: Lies Struik (Ongebouwd), Hans Kalle (Waterschapspartij Hollandse Delta), Anne Mollema (Water Natuurlijk) en Conny Verbaas (VVD). 

De namen worden ook genoemd in het rapport ‘Die op het water is moet varen’ dat is opgesteld door de zogenoemde verkenners Peter van der Velden en Mary Heessels. Het tweetal ging aan de slag om te onderzoeken hoe het bestuur verder moet, na de presentatie op 15 maart van het onderzoeksrapport van organisatieadviseur Hans Anderson over de verziekte bestuurscultuur binnen het waterschap. 

Grote boosdoener
De bevindingen van Anderson sloegen in als een bom. In zijn onderzoek stelde de organisatiedeskundige onder meer vast dat er in het bestuur sprake was van een gedrag van uitsluiting. En dat ‘is de grote boosdoener van de verziekte verhoudingen’. Daarbij zei de organisatiedeskundige tijdens een toelichting in de vergadering van 15 maart dat het verziekte bestuurlijke gedrag ‘de totale Verenigde Vergadering’ aangaat. 

Hij stelde daarbij vast dat het dagelijks bestuur in een onwerkbare situatie terecht is gekomen. Hij zei onder meer: “Wat we aantroffen is een zeer dominant politiek leiderschap. Daar hoeft op zichzelf niets mis mee te zijn. Het wordt echter al lastiger als er ook sprake is van onvoorspelbaar gedrag en soms ad hoc gedrag.” De bestuursstijlen leidden tot groeiend wantrouwen, dat soms uitliep op clashes, aldus de onderzoeker.

Kwaad bloed
Het zeer kritische rapport leidde tot het vertrek van de heemraden Johan van Driel, Leo Stehouwer, Piet Kome, Petra van Nes en Marjo van Maurik. Het min of meer gedwongen opstappen heeft kwaad bloed gezet bij heemraden, zo bleek in de weken daarna. Van Driel keerde 12 april het waterschap helemaal de rug toe door zijn lidmaatschap van de Verenigde Vergadering op te zeggen. 

Van Nes haalde in een interview met het blad Binnenlands Bestuur fel uit naar dijkgraaf Jan Bonjer (‘hij snapt niets van politiek en kan niet besturen’) en was kritisch over het rapport van Anderson: ‘Alle heemraden zijn er vorige maand uitgemieterd, omdat in een onderzoeksrapport staat dat de bestuurscultuur is verziekt, waardoor wij niet functioneren. Over het functioneren van de voorzitter van het college, de dijkgraaf, staat niets in het rapport. Hij stond als ‘gedelegeerd opdrachtgever’ kennelijk boven het onderzoek.’

'Duidelijk is dat de impact van het rapport en de behandeling tijdens de Verenigde Vergadering groot is. Er is sprake van onbegrip, boosheid, verdriet en teleurstelling.'
- De verkenners Peter van der Velden en Mary Heessels

De verkenners die ook met de oud-heemraden spraken, maken in hun verslag eveneens gewag van boosheid onder de vertrokken dagelijks bestuurders. Ze schrijven: “Duidelijk is dat de impact van het rapport en de behandeling tijdens de Verenigde Vergadering groot is. Er is sprake van onbegrip, boosheid, verdriet en teleurstelling. Men heeft het gevoel dat het rapport zich te veel op de heemraden heeft gericht en dat de rol van de dijkgraaf alsmede de rol van de Verenigde Vergadering onderbelicht is gebleven.”

Boetekleed
De Verenigde Vergadering kwam maandagavond fysiek bijeen in een vergaderruimte van het voetbalstadion De Kuip om een knoop door te hakken over de aanstelling van een tijdelijk dagelijks bestuur. Hans Kalle, fractievoorzitter van Waterschapspartij Hollandse Delta, nam de nodige kou uit de lucht door bij aanvang van de vergadering het boetekleed aan te trekken. Hij sprak zijn verontschuldigingen uit voor de ‘nogal onparlementaire uitlatingen’ van zijn partijgenoten tijdens de bijeenkomst op 15 maart en in het interview met Binnenlands Bestuur. “De gesproken woorden keur ik af, ik distantieer mij ervan”, zei de fractievoorzitter. Daarbij stelde hij dat zijn uitspraak door ‘een deel van de fractie’ wordt gesteund, en verder door de hele steunfractie alsook het bestuur van de partij. 

Met de stellingname maakte de algemeen bestuurder de weg vrij om zelf zitting te nemen in het tijdelijk dagelijks bestuur. Daarin zit niet Aad van Kempen namens de geborgde zetels, hoewel hij in het verslag van de verkenners wel als kandidaat werd genoemd die op steun kon rekenen in de Verenigde Vergadering voor de tijdelijke klus.

Bij aanvang van de vergadering maandagavond legde Van Kempen uit dat hij niet meer beschikbaar was. Als reden noemde hij de bezwaren die in de afgelopen weken na verloop van tijd werden geuit tegen de voorwaarden die hij had gesteld bij toetreding tot het tijdelijke bestuur. Die hadden met name betrekking op de tijd die hij in het bestuurswerk wilde en kon steken. Dat pas na verloop van tijd de bezwaren werden geuit noemde Van Kempen een voorbeeld van ‘gebrek aan bestuurskracht’ in het algemeen bestuur.

Eén kans
In plaats van Van Kempen neemt Lies Struik namens de geborgde zetels zitting in het tijdelijk bestuur. Dat past op de winkel totdat er een interim-bestuur is aangesteld dat aan moet blijven tot de volgende waterschapsverkiezingen. De aanstelling van het interim-bestuur is de volgende fase in het proces om het bestuur van het waterschap weer op de rails te krijgen.

In hun rapportage waarschuwen de verkenners ervoor dat bij de vorming van dat bestuur niet overhaast te werk moet worden gegaan. Ze schrijven: “Het proces om te komen tot een interim college zou borg moeten staan voor het begin van herstel van vertrouwen. Immers een interim college dat gestoeld is op wankel vertrouwen heeft minder kans van slagen. (...) Je hebt nog maar één kans om het goed te doen, pak die.” 

 

MEER INFORMATIE
H2O Actueel: Vijf heemraden waterschap Hollandse Delta stappen op

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.