secundair logo knw 1

Een muskusrattenbestrijder aan het werk. Foto WDODelta

Het gaat goed met de bestrijding van de muskusrat in Nederland: als gevolg van de afnemende populatie zijn vorig jaar opnieuw minder dieren gevangen. ''Maar we zijn er nog niet’’, zegt coördinator Dolf Moerkens van de Unie van Waterschappen.

In 2018 werden er volgens cijfers van de Unie, die de bestrijding coördineert, in heel Nederland 53.511 muskusratten gevangen. Dat is 14 procent minder dan in 2017; toen waren het er bijna 62.000. De dalende trend is al jaren aan de gang. ''Ooit waren het er 400.000 op jaarbasis’’, weet Moerkens.

Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) rapporteert zelfs een daling van 30 procent: vergeleken met 2017 daalde het aantal vangsten vorig jaar van 7.389 naar 5.214.

De belangrijkste verklaring is dat de populatie als gevolg van de vangst afneemt. Daardoor vermenigvuldigen de knagers zich minder snel. Muskusratten worden, evenals beverratten, bestreden omdat ze schade aan waterkeringen en oevers aanbrengen en de biodiversiteit bedreigen.

Nieuwe strategie
Het liefst ziet Unie-coördinator Moerkens dat de dieren helemaal uit ons land verdwijnen. Dat is ook het voorstel voor de nieuwe strategie waarover de leden zich op de vergadering in maart mogen uitspreken. ''Terugdringen tot de landsgrens, dat wil zeggen alles daar direct opvangen, net zoals dat nu al bij de beverrat gebeurt’’, verklaart hij.

Het voorstel is gebaseerd op de Veldproef Muskusratten, waarvan de resultaten vorig jaar mei werden gepresenteerd. In het onderzoek werden drie vormen van bestrijding uitgetest in verschillende gebieden in Nederland: jaarrondbestrijding, seizoensbestrijding en objectbescherming. Daaruit bleek duidelijk dat bestrijding het hele jaar rond het meest effectief is om de populatie klein te houden en uiteindelijk helemaal uit te roeien.

Momenteel zijn dagelijks bijna vierhonderd mensen op pad om de dieren, die levend gevangen worden, te doden. Als de populatie wordt teruggedrongen tot de grens en daar in vangkooien wordt opgevangen, volstaat tweehonderd man, verwacht Moerkens. Het voorstel is om de capaciteit in een periode van tien tot vijftien jaar af te bouwen.

Beverrat
De beverrat is al vrijwel volledig teruggedrongen tot in de grensstrook met Duitsland. Bijna 95 procent van de vangst vindt daar plaats. Het aantal gevangen dieren vorig jaar was 1268, 2 procent meer dan in 2017. De Unie wijt deze lichte stijging aan de zachte winters van de afgelopen jaren, waardoor de populatie in Duitsland sterk is gegroeid.

Omdat Duitsland geen officieel bestrijdingsbeleid kent, zijn de waterschappen in overleg met Duitse organisaties over de bestrijding in het grensgebied. Ook draaien er al enkele proefprojecten in Duitsland waarbij Nederlandse bestrijders worden ingezet voor de vangst.

Samen met Duitsland en België heeft Nederland een Europese subsidie aangevraagd voor ‘slimme vangkooien’, die alleen sluiten als er een muskus- of beverrat in zit.

Met universiteiten en hogescholen wordt gezocht naar innovaties die de bestrijding effectiever kunnen maken, zoals het gebruik van eDNA om gebieden met weinig muskus- en beverratten te kunnen controleren.

 

MEER INFORMATIE
Bericht Unie over 2018
Bericht Unie over Veldproef Muskusratten
Eerder bericht: Waterschappen vangen beduidend minder muskusratten

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?