De ruim honderd deelnemers aan het project Boeren voor Drinkwater in Overijssel boeken goede resultaten door efficiënter om te gaan met mineralen uit mest en gewasbeschermingsmiddelen. De nitraatuitspoeling in het grondwater is aanzienlijk gedaald. De laatste twee droge zomers gooiden wel wat roet in het eten.
Boeren voor Drinkwater wordt sinds 2011 georganiseerd in de meest kwetsbare Overijsselse grondwaterbeschermingsgebieden. Het project richt zich op zowel het verminderen van meststoffen en bestrijdingsmiddelen naar het grondwater als een verbeterd economisch bedrijfsresultaat voor de agrariërs. “Het is een best omvangrijk project met goede resultaten”, zegt Hendry van Ittersum, projectmanager bij Stimuland (een stichting die zich inzet voor een vitaal platteland in Oost-Nederland) en zelf twee jaar geleden nog melkveehouder.
Volgens Van Ittersum is aan de hand van de door de boeren gebruikte Kringloopwijzer te zien dat de nitraatuitspoeling daalt. “Het doel bij de start van het project was om op bedrijfsniveau te komen tot een stikstofoverschot onder de honderd kilogram per hectare. Dat is gehaald. In 2016 was het overschot gemiddeld negentig en in 2017 zeventig kilo.” Met de nitraatconcentraties in het bovenste grondwater van de kwetsbare gebieden gaat het eveneens de goede kant op, al liggen deze nog wel ruim boven het nagestreefde maximum van vijftig milligram nitraat per liter.
Droogte stoorzender
De afgelopen twee jaar stonden de resultaten onder druk door de droge zomers. “Het waren extreme jaren voor de boeren in Oost-Nederland”, zegt Van Ittersum. “De agrariër kan nog zo zijn best doen, maar zonder regen is de mineralenstroom niet efficiënt. Dat toont aan dat niet alles te sturen is. Het is niet direct opgenomen in het project, maar er wordt daarom wel gekeken naar wat boeren, regionale overheden en het waterschap nog meer kunnen doen bij de waterbeschikbaarheid en klimaatopgave.”
De opdrachtgevers van het project Boeren voor Drinkwater zijn de provincie Overijssel, waterbedrijf Vitens en agrarische ondernemersorganisatie LTO Noord. De uitvoering ligt in handen van Royal HaskoningDHV, Wageningen University & Research, Countus, DLV Advies, HLB Onderzoek en Advies, CLM en Stimuland. In 2011 is begonnen met dertig deelnemers. Na een recente wervingsactie doen nu ruim honderd agrariërs mee, voor het merendeel melkveehouders. Van Ittersum: “Er is een gezamenlijk belang gecreëerd. Het gaat niet alleen om zo schoon mogelijk drinkwater, maar ook om een zo goed mogelijk bedrijfsresultaat voor de boer. Daardoor versterken de partijen elkaar.”
Financieel voordeel
De agrariërs krijgen individuele begeleiding. “Een bedrijfskundig adviseur komt op het erf en maakt samen met de boer een actieplan voor een efficiënt gebruik van de mineralenstroom. Er wordt gekeken hoe de boer verstandig kan omgaan met bestrijdingsmiddelen en mest goed kan aanwenden. Daarbij wordt natuurlijk ook gekeken naar het financiële plaatje. De meeste bedrijven halen een voordeel van 100 tot 200 euro per hectare.”
De boeren zijn volgens Van Ittersum trots op het project. De dertig deelnemers van het eerste uur zijn goede ambassadeurs. “Zij hebben een voorbeeldfunctie door de resultaten die ze in hun bedrijfsvoering hebben behaald.” Van Ittersum hoopt op verdere uitbreiding van het aantal deelnemers. “Er doen al heel wat boeren mee, maar wij willen toe naar een nog betere dekking in de grondwaterbeschermingsgebieden.”
Constructieve houding
Vitens heeft vertrouwen in het project dat in ieder geval nog tot en met 2021 duurt, besluit Van Ittersum. “Het waterbedrijf ziet dat de aanpak werkt en gaat door. De boeren zijn best wel eens kritisch over het beleid van de provincie en Vitens, maar er is ook een constructieve houding om met elkaar verder te gaan. Dat is het kracht van het project.”
MEER INFORMATIE
Bericht op site Boeren voor Drinkwater
Onderzoek door Rekenkamer Oost-Nederland
H2O-redactioneel: Waar blijft de nieuwe drinkwateropstand?