In het algemeen heeft de governance bij het project Marker Wadden goed gewerkt volgens onderzoek van drie kennisinstellingen. Zo hebben de uiteenlopende culturen van de opdrachtgevers Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten elkaar niet tegengewerkt, maar juist versterkt. Al zijn er ook leerpunten.
Marker Wadden is een uniek natuur- en recreatiegebied, dat bestaat uit een verzameling van kleine eilanden die van slib, klei en zand zijn gebouwd. Maar ook de governance bij de totstandkoming van het project is bijzonder. Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten waren de twee opdrachtgevers, terwijl aannemer Boskalis en advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos de aanleg uitvoerden. De bestuurlijke kant van deze publiek-private samenwerking is onder de loep genomen door een groep onderzoekers van Deltares, Erasmus Universiteit Rotterdam en Wageningen Environmental Research (WENR). Zij hebben hiervoor 22 sleutelfiguren geïnterviewd.
De bedoeling is om de inzichten uit dit onderzoek te gebruiken voor toekomstige inrichtingsprojecten van onder meer de Programmatische Aanpak Grote Wateren, die gebaseerd zijn op de principes van Building with Nature. Onderzoeker Jeroen Veraart van WENR licht toe: “Uit de manier van samenwerken en de organisatie van het project Marker Wadden zijn zowel succesfactoren als leerpunten op te tekenen, blijkt uit onze analyse. Het is belangrijk dat deze kennis doorstroomt naar nieuwe inrichtingsprojecten.”
Versterking door verschillende culturen
Veraart omschrijft het duo-opdrachtgeverschap als “redelijk uniek”. De samenwerking tussen Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten heeft in zijn ogen geloond. “Beide partijen vinden het een succes. De twee culturen hebben elkaar versterkt. Dat zorgde voor betere resultaten bij het realiseren van het project en een goede basis voor het toekomstige beheer. De eilanden zijn ook in bedrijfseconomische zin efficiënt aangelegd. De les voor volgende projecten is dat je niet hoeft te schrikken van cultuurverschillen. Integendeel! Voor de aanleg van Marker Wadden geldt 1 + 1 = 3.”
'Je hoeft niet te schrikken van cultuurverschillen. Integendeel!'
Ook de manier van financiering is volgens Veraart innovatief. “Natuurmonumenten heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd met onder meer crowdfunding. Cofinanciering is op zich niet uniek, maar wel dat het ondernemerschap in dit geval vooral zit bij de niet-gouvernementele organisatie. Rijkswaterstaat legt bij de aanbesteding van dit type projecten ook nadruk op zaken als risicoreductie. De natuurorganisatie denkt juist veel meer in kansen voor natuurontwikkeling. Deze twee verschillende aanvliegroutes hebben elkaar in positieve zin versterkt in het project Marker Wadden.”
Aanpassing aan nieuwe inzichten
Leidt het opdrachtgeverschap van twee partijen niet tot tragere procedures? Dat is niet gebleken, zegt Veraart. “Wij hebben gekeken naar wat in de bestuurskundige literatuur adaptiviteit en continuïteit worden genoemd. De combinatie heeft snel kunnen wenden bij nieuwe inzichten die de aannemer opdeed.”
Een goede samenwerking valt of staat met de juiste personen, constateren de onderzoekers. Door een klein en hecht projectteam van experts die risico’s durven te nemen, is het project Marker Wadden in korte tijd gerealiseerd. Geen opmerkelijke conclusie, vindt Veraart. “Boegbeelden die het project als hun kind zien, lopen keihard en kunnen op een gegeven moment een potje breken bij de moederorganisaties. Ik heb wel van dit project geleerd dat organisaties daarop kunnen sturen. Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten maakten vooraf doordachte strategische keuzes bij het samenstellen van het projectteam.”
Ambitie bij onderzoek niet bereikt
Bij het project Marker Wadden was het de bedoeling om onderzoek naar de effecten niet alleen van te voren en achteraf, maar ook gelijktijdig met de uitvoering te laten plaatsvinden. “Die ambitie is niet bereikt”, zegt Veraart. “De aanleg startte in 2015 en het kennisprogramma KIMA in 2018. In de tussenfase is er wel onderzoek gestart, maar door onder andere uiteenlopende verwachtingen over en weer ging de onderzoekstrein pas later geolied lopen.”
'We hebben vaak geen geduld voor ecologische dynamiek'
Inmiddels worden de praktijkkennis van waterbouwers en het toegepaste en fundamentele onderzoek van kennisinstellingen goed gecombineerd. Soms wordt over zulke kennis hiërarchisch gedacht, aldus Veraart. “Onbewust wordt kennis alleen gekoppeld aan kennisinstituten of universiteiten. Dat vind ik onterecht. De praktijkkennis van waterbouwers en aannemers kan de meer fundamentele kennis verrijken. Een belangrijk aandachtspunt is om iedere partij voldoende ruimte te geven bij kennisontwikkeling. Het is niet erg dat het expertoordeel soms niet overeenkomt tussen waterbouw en onderzoekswereld. Juist in die situatie ontstaan de innovatieve ideeën.”
Een belangrijke reden om Marker Wadden aan te leggen is de ecologische waterkwaliteit van het Markermeer. Direct rondom de eilanden zijn al veel positieve effecten te zien, in de rest van het meer nog niet. “De ecologie moet de tijd krijgen om zich te ontwikkelen”, zegt Veraart. “Vanuit bestuurskundig oogpunt is de vraag: hoe ga je om met de verrassingen van de ecologie en zaken als successie? Het kan tijdelijk even wat minder gaan met een vogelsoort of habitattype en daarna weer beter. Het geduld voor deze dynamiek hebben we in Nederland vaak niet.”
MEER INFORMATIE
Deltares over lessen project Marker Wadden
Rapport van onderzoek naar governance
Projectbeschrijving door Natuurmonumenten
H2O-bericht: opvang van overtollig slib
H2O-bericht: tussenrapport natuureffecten
H2O-bericht: al veel leven op Marker Wadden
H2O-vakartikel: een veerkrachtig Markermeer