De komende dertig jaar moet in Nederland nog minstens 1500 kilometer aan primaire waterkeringen versterkt worden. De kans dat we dat op deze wijze gaan halen, wordt echter steeds kleiner, zegt directeur Erik Wagener van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). "We moeten anders gaan programmeren."
Evenals veel andere bouwprojecten kampt het HWBP met prijsstijgingen, een tekort aan materialen, krapte op de arbeidsmarkt, nieuwe eisen vanwege de energietransitie en maatregelen rond stikstof en PFAS.
Daarnaast zijn alle keringen de afgelopen jaren beoordeeld op grond van nieuwe normen (Waterwet 2017), met als gevolg dat de versterkingsopgave nog groter kan worden. "We begonnen tien jaar geleden met 1100 kilometer, nu gaan we richting de 1800 kilometer", vertelt HWBP-directeur Wagener. Alles bij elkaar betekent dat dat de hele operatie niet alleen vertraging oploopt, maar ook veel duurder wordt.
In het HWBP werken de 21 waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan ‘de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken’. Zowel Rijkswaterstaat als de gezamenlijke waterschappen storten jaarlijks 380 miljoen euro op de ‘dijkrekening’. Daaruit worden de dijkversterkingen in heel Nederland betaald. Voor een project in het eigen werkgebied betaalt een waterschap nog eens 10 procent eigen bijdrage.
Eerlijk en haalbaar
Ook dat laatste wordt steeds lastiger, aldus Wagener. "De opgaven zijn nu eenmaal niet gelijk verdeeld over de waterschappen. Neem bijvoorbeeld Rivierenland, de naam zegt het al, daar zijn veel primaire keringen. Dat kan dus behoorlijk oplopen. De vraag is of het huidige financiële model nog eerlijk en haalbaar is."
In de onlangs vastgestelde Kadernota 2025-2036 van het HWBP wordt op deze ontwikkelingen vooruitgeblikt. Inmiddels is een alliantiewerkgroep gevormd om met een advies te komen voor een ‘stabiele programmering’ op de lange termijn. Eind dit jaar worden de eerste aanbevelingen verwacht.
"De doelstelling van het HWBP, een waterveilig Nederland in 2050, blijft overeind staan", verzekert Wagener. "Die is onverminderd actueel. Maar op dit moment is het onzeker of we de eindstreep gaan halen als we op deze manier blijven werken. Daarom gaan we onze werkwijze tegen het licht houden. Alles wat helpt om de doelstelling te bereiken, zullen we overwegen.”
Versimpelen
Als voorbeeld noemt hij de prioritering. “Is het slim om te beginnen met projecten met de grootste afstand tot de norm, of kunnen we beter andere projecten naar voren halen? En kunnen we projecten mogelijk versimpelen? We zullen ook beter op kosten moeten gaan sturen. Tegelijk willen we nadenken over de inzet van meer middelen."
De afgelopen tien jaar – het HWBP begon in 2014 – zijn ook nieuwe inzichten rond dijkversterking ontstaan, erkent de directeur. "We zijn slimmer geworden. Soms zijn andere oplossingen beter: voorlanden bij een dijk bijvoorbeeld of rivierverruiming. Maar in alle gevallen moet er wel iets gebeuren. En dat is niet altijd sneller of goedkoper."
LEES OOK
H2O-bericht: ‘Financiering HWBP op lange termijn een lastige puzzel’
H2O-bericht: Helft Friese waterkeringen voldoet niet aan nieuwe veiligheidsnormen
H2O-bericht: Kwart Zeeuwse waterkeringen kan zeespiegelstijging niet aan