secundair logo knw 1

Zonnepanelen op dijken kunnen een interessante optie zijn voor een RES; hier een proefopstelling in Zeeland I foto: Waterschap Scheldestromen

De energieregio’s komen gezamenlijk met een aanzienlijk hoger bod dan het nationale doel voor duurzame energie. Dat blijkt uit de analyse van hun voorlopige regionale energiestrategieën door het Planbureau voor de Leefomgeving. Veel regio’s prefereren zon boven wind.

De dertig energieregio’s moesten uiterlijk op 1 oktober een concept voor de regionale energiestrategie (RES) inleveren bij het Nationaal Programma RES. Dat is gelukt. De strategieën zijn opgesteld door gemeenten, provincies en waterschappen. Zij hebben daarbij bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties betrokken.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft een tussentijdse analyse gemaakt van de 27 voorlopige concepten die begin juni al openbaar waren. De regio’s tonen een grote bereidheid om bij te dragen aan de nationale doelen voor duurzame energie op land. Het planbureau noemt het opvallend dat de som van hun ambities ruimschoots het doel uit het Klimaatakkoord van 35 terawattuur in 2030 overschrijdt en op ongeveer 50 terawattuur uitkomt. Het betreft de optelsom van bestaande projecten, pijplijnprojecten en nieuwe ambities.

Nog veel keuzes
Dat vormt een goed vertrekpunt voor het halen van het nationale doel in 2030, wordt opgemerkt. De RES’en bieden zoveel ruimte dat er iets te kiezen valt bij de verdere uitwerking. Het PBL wijst er wel op dat er nog veel keuzes moeten worden gemaakt, zoals over de uiteindelijke verdeling tussen zon en wind.

Het planbureau signaleert ook een aantal mogelijke knelpunten. Zo dreigt in vrijwel alle regio’s een tekort aan capaciteit van het elektriciteitsnetwerk, wanneer de plannen worden uitgevoerd. De komende tijd moet duidelijk worden hoe groot de draagkracht binnen regio’s is voor de voorstellen in de strategieën.

Volgens het PBL liggen er fundamentele keuzes op tafel. Het gaat daarbij om verantwoordelijkheden, financiering en regelgeving. De keuzes liggen niet alleen bij de regio’s maar ook bij andere partijen, niet in het minst bij het Rijk. In alle RES’en wordt het belang van een eerlijke verdeling van lusten en lasten benadrukt.

Voorkeur voor zonne-energie
De meeste regio’s hebben bij nieuwe projecten een sterke voorkeur voor zonne-energie boven windenergie. Dat kan nog een momentopname blijken te zijn. Energieregio’s prefereren kleinschalige installaties die ruimtelijk vrij gemakkelijk inpasbaar zijn. Zulke installaties zijn echter vaak niet zo kostenefficiënt wat betreft netwerk, technologie en omvang.

Slechts enkele regio’s noemen duurzame gassen. Soms afbakenend, bijvoorbeeld waterstof pas na 2030 of geen biomassa, en soms sturend, bijvoorbeeld groengas in het aardgasnet. Energieregio’s verkennen de mogelijkheid van het combineren van opgaven, maar vinden dit ook lastig. Worden hierbij nieuwe ideeën gepresenteerd, dan gaat het meestal nog om een ruwe schets. Dit geldt onder meer voor de combinatie van zonne-energie en waterberging, zoals zonnepanelen bij uiterwaarden.

De regio’s werken hun energiestrategieën de komende maanden verder uit. Het PBL analyseert tegelijkertijd alle concept RES’en en verwerkt de bevindingen in een eindrapport. Uiterlijk op 1 februari 2021 zijn de resultaten bekend.

 

MEER INFORMATIE
Rapport tussentijdse analyse PBL
PBL over de analyseresultaten
Website Nationaal Programma RES
H2O-bericht: bijdrage van waterschappen
H2O-bericht: toekomst elektriciteit uit water

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.