secundair logo knw 1

Aardwarmte wordt in het Klimaatakkoord gezien als een duurzaam alternatief voor aardgas I foto: Platform Geothermie

Op alle 23 locaties in Nederland waar geothermie wordt toegepast, bestaat het risico op lekken. Dat probleem kan volgens Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) duurzaam worden opgelost door kwalitatief betere putten. Daarom gaat de inspectiedienst strengere eisen stellen en scherper controleren.

De metalen leidingen waardoor het warme, zoute water vanuit de diepe ondergrond wordt opgepompt, zijn vatbaar voor corrosie. Dat houdt het gevaar van lekkages in en daarmee van verontreiniging van de ondiepe bodem. Alle geothermieputten hebben last van corrosie, stelt SodM vast. Op drie locaties moesten reparaties worden uitgevoerd of zelfs de hele put worden vervangen.

Kwalitatief betere put
De duurzame oplossing is volgens SodM een kwalitatief betere put. De toezichthouder die onder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat valt, formuleert komend jaar strengere eisen voor aardwarmteprojecten om de veiligheid voor mens en milieu te waarborgen. De eisen worden na overleg met de sector opgesteld. SodM gaat ook scherper toezien op de veiligheid van putten.

Staatstoezicht op de Mijnen merkt op dat deze maatregelen mede nodig zijn, omdat geothermie aan de vooravond van een grote vlucht in Nederland staat. Aardwarmte wordt in het Klimaatakkoord gezien als een volledig duurzame energiebron die aardgas in kassen, kantoren en woningen kan vervangen. Het gaat om een veelbelovende duurzame techniek, vindt inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van SodM. “Geothermie zal in de toekomst een steeds grotere rol gaan spelen in onze energievoorziening. Dan is het van belang dat het veilig gebeurt.”

Technische uitdagingen
De geothermiesector is al op zoek naar nieuwe oplossingen voor het roestprobleem. Zo wordt binnenkort in Naaldwijk voor het eerst kunststof in plaats van metaal gebruikt. Ook dubbelwandige in plaats van enkelwandige buizen kunnen het risico op lekkages verminderen.

Volgens Platform Geothermie en brancheorganisatie DAGO (Dutch Association Geothermal Operators) is veiligheid de prioriteit van de sector. “Geothermie heeft tijd nodig voor acceptatie als nieuwe, veilige en duurzame energiebron in onze maatschappij”, stellen zij in een verklaring. “Inderdaad zijn er de nodige technische uitdagingen en is de sector voor de Nederlandse toepassing relatief jong. Toch functioneert een belangrijk deel van de geothermieprojecten naar behoren en verbetert de sector snel op technisch en organisatorisch gebied. Er is tegelijkertijd aandacht voor continue verbeteringen.”

 'In de meeste gebieden kan Nederland veilig aardwarmte gaan winnen'

Locatie ook van belang
SodM wijst erop dat ook de locatie van belang is. De inspectiedienst adviseert om terughoudend te zijn met geothermie in de buurt van seismisch actieve breuken in de diepe ondergrond. Om deze reden was SodM in 2017 zeer kritisch over een groot geothermieproject in de stad Groningen. Door gebrek aan expertise werden hier de bevingsrisico’s stelselmatig onderschat, vond de inspectiedienst. Het project ging dan ook niet door. Maar, zegt Kockelkoren in een interview in dagblad Trouw: “In de meeste gebieden kan Nederland veilig aardwarmte gaan winnen.”

Het is tevens goed als gemeenten rekening houden met de plek waarop zij geothermie toestaan. Situeer een installatie niet pal naast een woonwijk, is de raad van SodM. Bij het onderhoud of het weghalen van de put moet er namelijk weer een boortoren op kunnen, zonder dat dit de directe omgeving overlast bezorgt.

Bescherming van drinkwaterwinning
De Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland is ook met een reactie gekomen. Vewin herhaalt haar pleidooi voor een strikte scheiding tussen drinkwaterwinning en mijnbouw, waarvan boren naar aardwarmte een vorm is. “SodM kondigde aan dat er aanvullende regels komen rondom aardwarmteboringen. Deze risico’s onderstrepen het standpunt van Vewin dat gebieden voor de drinkwatervoorziening beter beschermd moeten worden.”

Grondwater is in grote delen van Nederland de bron van het drinkwater, aldus Vewin. De branchevereniging vindt het onbegrijpelijk dat in de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) grondwaterbeschermingsgebieden, waterwingebieden en boringvrije zones wel worden uitgesloten voor mijnbouw, maar door provincies aangewezen intrekgebieden van waterwinningen niet. Ook is Vewin ertegen dat mijnbouw vanaf de zijkant onder de drinkwatergebieden wordt toegestaan in STRONG.

In de geothermiesector zijn de zorgen van de drinkwatersector uiteraard bekend, zeggen Platform Geothermie en DAGO. “In een open samenwerking met de drinkwaterbedrijven wordt onderzoek gedaan naar het effect van geothermie op de grondwaterhuishouding in de ondergrond en de monitoring daarbij. Binnenkort zijn de uitkomsten ervan bekend. Provinciale richtlijnen zijn in de maak voor geothermie in kwetsbare gebieden. DAGO werkt daarin mee en conformeert zich binnenkort aan de eerste provinciale richtlijn die volgende week wordt ondertekend.”

 

MEER INFORMATIE
Bericht van SodM
Reactie Platform Geothermie en DAGO
Reactie van Vewin
Staat van de Sector Geothermie (2017)
Kritiek SodM op Gronings project
Website Hoe werkt aardwarmte?

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.