secundair logo knw 1

Beeld: WarmteStad

Staatstoezicht op de Mijnen vindt dat bij het Groningse aardwarmteproject eerst de kans op aardbevingen moet worden geanalyseerd. Volgens de toezichthouder worden door gebrek aan expertise binnen WarmteStad risico’s stelselmatig onderschat. Dit bedrijf reageert verrast op de kritiek.

Het warmtenet in Groningen is het grootste diepe geothermieproject in Nederland. De bedoeling is dat twaalfduizend huishoudens in de stad worden verwarmd met omhoog gepompt water van 120 graden Celsius. Het initiatief is in 2014 gelanceerd door het nutsbedrijf WarmteStad, een joint venture van de gemeente Groningen en Waterbedrijf Groningen. Ook Gasunie New Energy doet mee.

De opsporingsvergunning aardwarmte voor het project loopt per 1 november af. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert om de vergunning tijdelijk te verlengen in een op 28 september gestuurde brief aan de minister van Economische Zaken. Het enige doel van deze verlenging is het maken en evalueren van een Seismische Risico Analyse (SRA). SodM raadt daarnaast aan om te laten onderzoeken of Warmtestad over voldoende financiële middelen beschikt voor de gehele levensduur van het project en in staat is om eventuele calamiteiten op te vangen en schade door bijvoorbeeld aardbevingen te vergoeden.

De geplande winningslocatie van aardwarmte bevindt zich op enkele kilometers van het seismisch actieve gasveld van Groningen. De bron komt te liggen in een watervoerende zandsteenlaag op 3,5 kilometer diepte. Volgens SodM brengt deze nabijheid mogelijk risico’s voor omwonenden met zich mee en kan schade optreden. Om daarover duidelijkheid te krijgen is eerst een SRA nodig. Zo’n analyse wordt normaal gesproken pas in een later stadium opgesteld nadat een winningsplan is ingediend.

De inspectiedienst plaatst kanttekeningen bij de technische capaciteiten en competentie van WarmteStad. SodM schrijft in de brief aan de minister van EZ dat het integraal risicobesef binnen de projectorganisatie onvoldoende is. Door gebrek aan expertise worden risico’s stelselmatig onderschat. Ook kan goed opdrachtgeverschap onvoldoende worden ingevuld door de gebrekkige expertise op het gebied van seismiciteit. Hierdoor wordt de inhoudelijk slechte kwaliteit van sommige rapporten niet onderkend.

WarmteStad stelde gisteren in een reactie dat voor het bedrijf de kanttekeningen nieuw zijn. Inhoudelijk wil WarmteStad pas reageren na overleg met de aandeelhouders. Wel wordt erop gewezen dat veiligheid voorop staat. De afgelopen jaren hebben meerdere bureaus specialistische onderzoeken verricht, waardoor een uitgebreid dossier is ontstaan. WarmteStad zegt verder open te staan voor verbeterpunten. Het project loopt nu vertraging op. Begin juli gingen de eerste buizen de grond in. De werkzaamheden zijn inmiddels stilgelegd.

Volgens het Dagblad van het Noorden wist WarmteStad al eerder van de kritiek. De krant bericht vandaag dat SodM eind augustus aangaf bezorgd te zijn over het waarborgen van seismische expertise binnen de projectorganisatie. Ook had de toezichthouder op een aantal momenten in 2016 en 2017 kritiek op de aangeleverde rapporten over het aardwarmteproject. Sinds begin 2016 sprak SodM met het projectteam en de onderaannemers over het belang van een SRA maar die kwam er niet.

Meer informatie:

Brief van SodM over vergunning

Reactie van WarmteStad op brief

SodM-publicatie Staat van de Sector Geothermie

Bericht over start Gronings warmtenet

Informatie over geothermie op site WarmteStad

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.