Een en ander is besloten in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen afgelopen vrijdag. De opdracht aan de stuurgroep betekent een herstart van het proces om het stelsel te hervormen. Een eerste voorstel van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) haalde het niet, omdat er te weinig draagvlak onder de waterschappen was voor de wijzigingen.
Nu gaat een stuurgroep met daarin bestuurders van álle waterschappen aan de slag. Daarmee lijkt op voorhand consensus gewaarborgd. De stuurgroep wordt geleid door een nog aan te stellen onafhankelijke procesbegeleider.
De opdracht voor de stuurgroep is in belangrijke mate gelijk gebleven aan die waarmee eerder de CAB aan de slag ging. In de ledenvergadering bleek dat er geen behoefte was om aan het oorspronkelijk voorstel onderwerpen toe te voegen. Het zou de opdracht nog ingewikkelder maken.
Drie knelpunten
Dat betekent dat de stuurgroep zich in ieder geval richt op drie 'urgente knelpunten': gelijkmatige tariefontwikkeling voor alle betalende categorieën; herstel van ‘de weeffout’ in de methodiek van kostentoedeling in de watersysteemheffing en wijziging van de heffingsformule voor de zuiverings- en verontreinigingsheffing zodat bij het bepalen van de vervuilingswaarde geen gebruik meer wordt gemaakt van mens- en milieubelastende stoffen.
De stuurgroep krijgt ook een aantal uitgangspunten mee, zoals: de kostenterugwinning staat centraal, het belastingstelsel moet ruimte bieden voor regionaal maatwerk en lastenverschuiving tussen de categorieën moet beperkt blijven. Verder moet het nieuwe stelsel uitlegbaar, maatschappelijk gedragen, robuust en doelmatig zijn.
Het streven is dat er aan het eind van volgend jaar een pakket aan voorstellen ligt. Nadat de waterschapsbesturen zich hierover hebben uitgesproken, wordt het voorstel tot stelselwijziging voorgelegd aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.