secundair logo knw 1

De waterschappen pakken de vernieuwing van het belastingstelsel weer op. Een stuurgroep waarin alle 21 waterschappen zijn vertegenwoordigd moet met een nieuw voorstel komen. Het streven is dat er eind 2020 een plan ligt. 
 

Een en ander is besloten in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen afgelopen vrijdag. De opdracht aan de stuurgroep betekent een herstart van het proces om het stelsel te hervormen. Een eerste voorstel van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) haalde het niet, omdat er te weinig draagvlak onder de waterschappen was voor de wijzigingen.

Nu gaat een stuurgroep met daarin bestuurders van álle waterschappen aan de slag. Daarmee lijkt op voorhand consensus gewaarborgd. De stuurgroep wordt geleid door een nog aan te stellen onafhankelijke procesbegeleider. 

De opdracht voor de stuurgroep is in belangrijke mate gelijk gebleven aan die waarmee eerder de CAB aan de slag ging. In de ledenvergadering bleek dat er geen behoefte was om aan het oorspronkelijk voorstel onderwerpen toe te voegen. Het zou de opdracht nog ingewikkelder maken.

Drie knelpunten
Dat betekent dat de stuurgroep zich in ieder geval richt op drie 'urgente knelpunten': gelijkmatige tariefontwikkeling voor alle betalende categorieën; herstel van ‘de weeffout’ in de methodiek van kostentoedeling in de watersysteemheffing en wijziging van de heffingsformule voor de zuiverings- en verontreinigingsheffing zodat bij het bepalen van de vervuilingswaarde geen gebruik meer wordt gemaakt van mens- en milieubelastende stoffen.

De stuurgroep krijgt ook een aantal uitgangspunten mee, zoals: de kostenterugwinning staat centraal, het belastingstelsel moet ruimte bieden voor regionaal maatwerk en lastenverschuiving tussen de categorieën moet beperkt blijven. Verder moet het nieuwe stelsel uitlegbaar, maatschappelijk gedragen, robuust en doelmatig zijn.

Het streven is dat er aan het eind van volgend jaar een pakket aan voorstellen ligt. Nadat de waterschapsbesturen zich hierover hebben uitgesproken, wordt het voorstel tot stelselwijziging voorgelegd aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

 
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?