Vewin vindt dat er dringend extra inzet nodig is om de kwaliteit van de drinkwaterbronnen te verbeteren. Het is belangrijk dat deze verbetering prioriteit krijgt in de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. Waar nodig moeten aanvullende maatregelen worden genomen.
De vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland reageert hiermee op de brief die demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer stuurde over de resultaten van de Delta-aanpak Waterkwaliteit. Volgens de minister is mede door deze in 2016 gestarte aanpak de waterkwaliteit in de afgelopen jaren duidelijk verbeterd; een trend die zich doorzet. Tegelijkertijd waarschuwt zij dat in 2027 nog niet overal in Nederland alle doelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) worden gehaald.
Vewin wijst in haar reactie erop dat de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater onder toenemende druk staat en de laatste jaren ook niet significant is verbeterd. Dit blijkt uit twee publicaties uit 2020: Nationale analyse waterkwaliteit van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Staat drinkwaterbronnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Zo trof het RIVM in 135 van de 216 winningen probleemstoffen aan. Vewin pleit daarom voor extra inzet voor een verbetering van de kwaliteit van de drinkwaterbronnen.
Aanvullende maatregelen nodig
In verband hiermee noemt Vewin de bestuurlijke afspraken die aan de versnellingstafels voor de delta-aanpak zijn gemaakt. Deze zijn verwerkt in de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen voor de periode 2022 tot en met 2027 die momenteel ter inzage liggen. In de plannen zijn maatregelen opgenomen voor het halen van de doelen van de KRW. De verbetering van de kwaliteit van de bronnen van drinkwater moet hierbij prioriteit krijgen, stelt Vewin.
De vereniging vindt het belangrijk is dat alle voorgenomen maatregelen en afspraken samen genoeg zijn om de KRW-doelen tijdig – uiterlijk in 2027 – te halen en voor een betere kwaliteit van de drinkwaterbronnen te zorgen. “Waar dat niet lukt, moeten aanvullende maatregelen genomen worden. Welke dat zijn hangt af van de specifieke situatie.”
Diverse oorzaken voor kwaliteitsproblemen
Waarom gaat het op het ogenblik niet de goede kant op met de kwaliteit van de bronnen van drinkwater? Het RIVM geeft hiervoor verschillende oorzaken, laat Vewin weten in een toelichting aan H2O. “Het kost tijd voordat een maatregel effect heeft op de kwaliteit van drinkwaterbronnen. Daarnaast worden de verwachte effecten van maatregelen niet altijd goed van te voren vastgelegd en onvoldoende gemonitord; daardoor is het onvoldoende duidelijk wanneer extra maatregelen nodig zijn.”
Ook is er meer duidelijkheid nodig tussen de landelijke en decentrale overheden over wie waarvoor verantwoordelijk is en wat partijen van elkaar kunnen verwachten. “Zij hebben een belangrijke taak om de kwaliteit van drinkwaterbronnen voor de toekomst veilig te stellen.” In het algemeen is het volgens Vewin van belang dat overheden in hun relevante plannen prioriteit geven aan de bescherming en verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen. En wat betreft de extra inzet die nodig is: “Hiervoor geeft het RIVM een aantal nuttige aanbevelingen waar wij graag bij aansluiten” (zie kader onderaan).
Europese aanpak op stroomgebiedniveau bepleit
De waterbedrijven zetten zich in om op zowel nationaal als Europees niveau betere regels en ook betere uitvoering van deze regels te realiseren, aldus Vewin. De vereniging pleit voor een Europese aanpak op het niveau van stroomgebieden. “Gevaarlijke stoffen zoals PFAS maar ook andere opkomende stoffen moeten al in het toelatingsbeleid in Europa worden geweerd of van het stempel ‘zeer zorgwekkend’ worden voorzien. Lozingen van deze stoffen moet dan worden verboden.”
Met deze mening staat Vewin niet alleen, gezien een resolutie die de Milieucommissie van het Europees Parlement in december 2020 aannam. Hierin wordt aangedrongen op meer ambitie bij de implementatie van de waterwetgeving van de EU en meer grensoverschrijdende samenwerking om de waterkwaliteit te verbeteren. “Dit is cruciaal voor een betere bescherming van de drinkwaterbronnen.”
Kwaliteit van bronnen actief gemonitord
Vewin gaat nog in op de bijdrage die drinkwaterbedrijven zelf leveren. “Zij zijn al sinds jaar en dag zeer actief zijn als het gaat om het monitoren van de kwaliteit van hun bronnen en het in beeld brengen van de risico’s die de kwaliteit bedreigen.” Ook is de sector intensief betrokken bij de ontwikkeling van beleid en regelgeving.
De drinkwaterbedrijven voeren verder al jarenlang samenwerkingsprojecten uit in hun regio. “Daarbij worden in overleg met relevante partijen zoals de boeren in hun gebied problemen in beeld gebracht en oplossingen bedacht om de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen te verbeteren.”
AANBEVELINGEN VOOR EXTRA INZET
In verband met de benodigde extra inzet voor een betere kwaliteit van de drinkwaterbronnen verwijst Vewin naar het RIVM-rapport Staat drinkwaterbronnen. Hierin worden onder andere deze aanbevelingen gedaan:
• Besteed meer aandacht aan een goede verankering van beschermingsgebieden voor de drinkwatervoorziening in lokale ruimtelijke plannen en in calamiteitenplannen van regionale partijen.
• Breng in maatregelenprogramma's zoals de uitvoeringsprogramma's van de gebiedsdossiers beter in beeld wat de verwachte effecten van maatregelen zijn en of er aanvullende maatregelen nodig zijn (en welke dan). Heb ook meer aandacht voor de monitoring van de voortgang en de effectiviteit van maatregelen.
• Zorg voor een betere afstemming tussen Rijk en regio over welke maatregelen nodig zijn en de uitvoering ervan (wie is verantwoordelijk voor wat?).
• Besteed meer aandacht aan toezicht en handhaving bij het uitvoeren van maatregelen en het monitoren van de voortgang.
MEER INFORMATIE
H2O Actueel: Kamerbrief minister
Reactie Vewin op eigen site
H2O Actueel: rapport RIVM
H2O Artikel: analyse PBL