Door de tomeloze inzet van eigen medewerkers, de hulp van andere organisaties en diverse burgerinitiatieven heeft Waterschap Limburg veel kunnen bereiken tijdens de watercrisis in de zomer van 2021. Maar er ging ook het nodige niet goed, blijkt uit een evaluatie van het COT in opdracht van het waterschap. Zo kwam de crisis eigenlijk ‘net te vroeg’. Vlak daarvoor was een nieuw crisisplan vastgesteld waarvan medewerkers nog onvoldoende op de hoogte waren.
Het rapport van de ‘leerevaluatie’ heeft de titel Een crisis van ongekende omvang meegekregen. Het COT, het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, gaat in op de crisisaanpak van Waterschap Limburg tussen 12 juli wanneer de eerste acties worden genomen en 22 juli als de acute dreiging voorbij is en de crisisorganisatie wordt afgeschaald. Volgens het COT zijn toen zelfs de meest onvoorstelbare scenario’s overtroffen. “Het is moeilijk om hier perfect op voorbereid te zijn.”
Drie watercrises tegelijk
Feitelijk zijn er medio juli 2021 drie watercrises tegelijk die samen een grote watercrisis in Limburg vormen, wordt gesteld. Regenwaterbuffers overstromen en regenwater stroomt in buitengewone mate af over de heuvels. Ook lopen beken en rivieren zoals de Gulp, Geul, Caumerbeek, Geleenbeek en Roer vol door water van over de grens en inundatie van omliggende gebieden. Tevens stijgt de Maas snel en extreem. Er vallen geen dodelijke slachtoffers zoals in België en Duitsland, maar de schade is enorm. Deze wordt geraamd op 1,8 miljard euro.
Voor het waterschap betekent het een operatie waarin nooit was voorzien. “Desondanks zette iedereen zich vol overgave in en werkte het waterschap aan maatregelen in 29 van de 31 Limburgse gemeenten, met alleen al ruim 180 kilometer aan dijken langs de Maas (en daarmee de secundaire waterwegen nog niet meegenomen).”
Tomeloze inzet van medewerkers
In het rapport worden diverse positieve punten genoemd, zoals de tomeloze inzet van medewerkers, de operationele bijstand van onder meer Defensie en andere waterschappen en de zelfredzaamheid van zowel professionals in het veld als bewoners (zie het overzicht met bevorderende en belemmerende factoren).
“De inzet van medewerkers van het waterschap is van grote waarde geweest. Dat veel goed is gegaan, is grotendeels te danken aan de flexibiliteit, betrokkenheid, doorzettingsvermogen en improvisatievermogen van eenieder. Hierdoor zijn veelal tijdig noodmaatregelen genomen, in samenwerking met partners.” Het COT meldt dat er bij medewerkers een groot gevoel van trots heerst over wat ze toen hebben bereikt. Door in een zeer kort tijdsbestek de maatregelen te nemen – 50 uur waar normaal gesproken vijf dagen voor staat – zijn overstromingen vaak voorkomen.
Nieuw crisisplan onvoldoende bekend
Maar er is ook het nodige niet goed gegaan. Eigenlijk kwam het hoogwater net te vroeg voor de crisisorganisatie van Waterschap Limburg, constateert het COT. Twee weken van te voren was het crisisplan 2021-2025 vastgesteld en dat werd toegepast. “Het plan was nog niet volledig doorleefd binnen de organisatie: veel medewerkers waren nog onvoldoende of niet op de hoogte van het nieuwe plan en waren ook niet opgeleid, getraind of geoefend in nieuwe rollen/teams.” Het zorgde er onder andere voor dat de opschaling niet volgens plan verliep en de communicatie tussen crisis- en veldteams in de eerste dagen haperde.
Het COT signaleert nog een aantal andere knelpunten. Zo was de belasting voor medewerkers enorm. Sommigen werkten te lang door, waardoor zij uitgeput raakten. De samenwerking met partnerorganisaties liet hier en daar te wensen over. De twee veiligheidsregio’s waarmee Waterschap Limburg te maken had, bepaalde prioriteiten op basis van de situatie in de eigen regio en niet van de toestand in heel Limburg of de mogelijkheden bij het waterschap.
Het ontwikkelen van hoogwaterscenario’s op basis van de informatie van Rijkswaterstaat (RWS) was volgens het rapport een uitdaging. “Zo was het actuele waterpeil van de Maas vaak al achterhaald op het moment dat RWS een hoogwaterbericht uitgaf, werd in de modellen van RWS nooit uitgegaan van instroom van zijinstromen als de Roer van deze ongekende omvang en was nog niet bekend wat de effecten waren van de versterking van keringen vanuit de hoogwaterprogramma’s van de afgelopen jaren. Dit maakte het ingewikkeld om te weten welke informatie de meest recente was en maakte het lastig om de informatie tijdig te verifiëren.”
Reeks van aanbevelingen
Het COT komt met een reeks van aanbevelingen. Om te beginnen: houd zaken vast die goed gingen. Daarnaast worden er voorstellen voor verbetering gedaan. Zo wordt geadviseerd om een gezamenlijk scenarioteam in te stellen en de crisisorganisatie te versterken met een coördinerend team. Verder is het raadzaam om tijdig de continuïteit van de organisatie te regelen, om bijvoorbeeld te veel wisselingen in sleutelfuncties te voorkomen. Nog een aanbeveling: maak aanvullende rampenbestrijdingsplannen voor het Heuvelland en de Roer, naast de bestaande voor de Maas.
De nazorg kan eveneens worden verbeterd, vindt het COT. “Het is belangrijk om maatwerk toe te passen en nazorg zo aan te bieden dat het voor betrokkenen proportioneel en passend is. Emoties van betrokkenen tijdens de watercrisis, de intensiteit, de dagenlange inzet, het gevaar bij de inzet, maar ook de persoonlijke betrokkenheid doordat functionarissen in het gebied wonen of familie er woont spelen allemaal, in meer of mindere mate, een rol. Het is belangrijk om voor al deze facetten aandacht te hebben en te houden.”
Stapje verder door waterschap
Waterschap Limburg gaat de aanbevelingen overnemen en wil nog een stapje verder gaan, zegt dijkgraaf Patrick van der Broeck op de eigen site. “Deze ongekende crisis heeft ons laten zien waar we in de toekomst voor gesteld staan.” Het vraagt volgens hem om grote gezamenlijke investeringen en een integrale aanpak. Dat de noodzaak van extra actie wordt onderkend, blijkt onder meer uit de door Limburgse overheden opgestelde propositie Naar een robuust watersysteem in Limburg en de plannen van het nieuwe kabinet in het coalitieakkoord.
In een interview met de Volkskrant vertelt Van der Broeck dat volgens het COT een crisisorganisatie hooguit een 6 kan scoren bij zo’n ramp. Maar hij vindt een hoger cijfer toch beter. “Ik zou onszelf een 7 geven. Met een 6 doen we deze organisatie tekort.”
MEER INFORMATIE
Bericht Waterschap Limburg (met link naar rapport)
H2O-interview Patrick van der Broeck (dec. 2021)
H2O Actueel: Limburgse propositie