Waterschap Limburg test in de waterkering bij Beesel een nieuwe techniek om de dijk te versterken: de bentonietmat. In Duitsland wordt de mat al toegepast als dijkversterking, in Nederland is de mat tot dusverre alleen gebruikt als afdeklaag in stortplaatsen en soortgelijke toepassingen. In Beesel moet nu duidelijk worden of de techniek ook geschikt is om dijken in Nederland te versterken. De pilot wordt door andere waterschappen met belangstelling gevolgd.
De bentonietmat of de Geo Clay Liner is in feite een bewezen techniek; in Duitsland worden al decennialang GCL’s op dijken toegepast. In Limburg zijn de matten ook al gebruikt, maar dat betrof de versterking van het voorland van de dijk in Neer. In Beesel worden de matten nu voor het eerst ín een Nederlandse waterkering gelegd. Waterschap Limburg gaf gisteren een toelichting op het pilotproject.
De versterking van de groene dijk in Beesel is een van de 16 projecten in de Noordelijke Maasvallei die het waterschap na de watersnood van vorig jaar versneld wil uitvoeren. De kering bestaat uit een groene dijk en wordt deels onderbroken door natuurlijke hoogten in het landschap. De dijkversterking behelst de aanleg van twee nieuwe dijken om Beesel te beschermen tegen het achteromkomende water.
Stevige vorderingen
De totale lengte van het dijkracé bedraagt 1,2 kilometer. Vorig jaar is begonnen met de versterking. “En we maken stevige vorderingen”, zei dagelijks bestuurder Jos Teeuwen van Waterschap Limburg. Hij legde uit waarom het waterschap in Beesel experimenteert met de bentonietmatten, die werken als ondoordringbare laag en gelden als erosiebestendige bekleding onder een deklaag.
Teeuwen: “De meeste aanwezige klei in de Maasvallei heeft niet de robuustheid die nodig is om als dijkklei te dienen. Door de bentonietmatten te gebruiken hebben we minder van deze hoogwaardige klei nodig en hoeven we deze ook niet van ver aan te slepen. Zo kan vervolgens meer gebruik worden gemaakt van gebiedseigen grond. Een van de belangrijke speerpunten in het innovatieprogramma van het HWBP. ”
Daardoor kan worden bespaard op transport, wat niet alleen goedkoper is, maar ook duurzamer omdat er door het gereduceerde transport minder CO2 wordt uitgestoten. Bovendien is het gebruik van de matten veel minder belastend voor de omgeving tijdens de uitvoering van de dijkversterking, aldus de bestuurder.
Vier secties
De bentonietmatten worden in vier secties van de kering ingebracht, over een totale lengte van zo’n 500 meter. Jan-Willem Bardoel, senior specialist geotechniek bij ingenieursbureau ABT, legde uit dat de matten volgens Duitse specificaties 100 jaar meegaan. In Limburg rekenen ze met een levensduur van 50 jaar. “Met deze matten kunnen we de vette klei op met name het buitentalud vervangen. De mat wordt gevormd door twee lagen geotextiel met daartussen betonietpoeder, een gedroogde kleivorm. Als dat nat wordt zet het uit maar wordt tegengehouden door de twee lagen geotextiel, samen vormen ze een waterdichte laag.”
De matten worden in secties gelegd met uiteenlopende kenmerken. Bardoel: “We hebben de secties geselecteerd op verschillende mate van belasting. Dan heb je het over waterstand en golven, die zijn niet overal gelijk. Over de invloed van de wind en ook hoe een dijkvak is georiënteerd op de zon.”
Ook wordt in Beesel ervaring opgedaan met het aanbrengen van de matten. De Duitse leverancier Naue heeft legplannen geleverd, maar in de praktijk zal toch duidelijk moeten worden hoe de matten gelegd moeten worden in bochten en bij afritten.
Bardoel: “De manier van leggen is een aandachtspunt. We leggen een stuk aan de buitenkant en een stuk aan de binnenkant. Bovenop de dijk maken we ze aan elkaar vast met los bentoniet poeder.” Op het buitentalud wordt de mat tot aan de teen gelegd, aan de binnenzijde tot halverwege het talud - dit om te voorkomen dat er een te grote trekkracht op de matten ontstaat bij hoog water.
Afdeklagen
De matten liggen op de kern van de dijk. Daarbovenop komt een afdeklaag van 80 centimeter. De grond die daarvoor nodig is komt uit de omgeving.
In Beesel wordt geëxperimenteerd met twee afdeklagen, aldus Bardoel. “We hebben twee secties die worden afgedekt met zandige klei uit de omgeving. En we hebben nog twee secties waarvoor zandig materiaal wordt gebruikt als afdeklaag. Dat doen we omdat we willen kijken hoe de vegetatie zich ontwikkelt op de dijk, als er zo’n mat in de kering ligt. We hebben proefvakken gemaakt met verschillende type gras en kruidenmengsels om zo te achterhalen wat zich het best ontwikkelt op die matten.”
De ontwikkeling van de vegetatie zal gedurende vijf jaar worden gevolgd. Hetzelfde geldt voor het vochtgehalte in de dijk, dat met sensoren wordt gemonitord.
Als de pilot succesvol is, dan willen we de techniek in meerdere dijkversterkingen gaan toepassen, zei Teeuwen. Dat zal dan mogelijk niet alleen in Limburg zijn, maar ook in andere delen van land. De waterschappen Rivierenland en De Stichtse Rijnlanden hebben al geïnformeerd naar de pilot en de bevindingen in Limburg. Binnenkort gaan ze zelf poolshoogte nemen in Beesel.