Bestuurders en medewerkers van negen waterschappen hebben zich van hun sportieve kant laten zien. Zij deden gisteren mee aan de Climate Classic, een fietstocht in het teken van de gevolgen van de klimaatverandering.
De 375 kilometer lange route voerde grotendeels langs de NAP-nulmeterlijn, wat zonder adequate maatregelen de nieuwe kustlijn dreigt te worden als de zeespiegel te ver stijgt. De Climate Classic startte bij het ochtendkrieken in Breda en de finish was rond tien uur ‘s avonds bij de voormalige Suikerfabriek in de gemeente Groningen. Twaalfhonderd wielrenners legden een deel van het traject af of soms het volledige parcours zoals deelnemers van Wetterskip Fryslân.
Er reden in teamverband ongeveer tachtig bestuurders en medewerkers van negen waterschappen mee: Brabantse Delta, De Dommel, Aa en Maas, Rivierenland, De Stichtse Rijnlanden, Vallei en Veluwe, Drents Overijsselse Delta, Wetterskip Fryslân en Noorderzijlvest. “Zij waren echt superenthousiast om deel te nemen”, zegt Joost Brinkman van de stichting Cycling 4 Climate.
Estafette van waterschappen
Hoogheemraad Els Otterman van De Stichtse Rijnlanden nam het initiatief voor de estafette van de waterschappen, vertelt Brinkman. “Zij hebben dit ook zelf georganiseerd.” Een etappe was gemiddeld zo’n vijftig kilometer. Op elke waterschapsgrens werd het estafettestokje doorgegeven aan het volgende team. “We hebben aan de hand van de overdrachtspunten de precieze route uitgestippeld. Een door ons ingeschakelde fietskoerier begeleidde de hele tocht om ervoor te zorgen dat iedereen uiteindelijk op tijd binnen was.”
Elke deelnemer moest een persoonlijke klimaatbelofte doen, zoals vaker de auto laten staan of minder vlees eten. “Meedoen is leuk maar het gaat om de actie”, zegt Brinkman. “Daarom hebben we iedereen gevraagd aan te geven wat ze anders gaan doen om de CO2-uitstoot te verminderen. Daarnaast geven we mensen de mogelijkheid om deze uitstoot te compenseren.”
Bewustwording over klimaatverandering vergroten
De vrijwilligers van Cycling 4 Climate organiseren fietsevenementen om de bewustwording over klimaatverandering te vergroten en tegelijkertijd mensen op een leuke manier in beweging te krijgen. Zij hanteren twee motto’s: ‘Parijs is nog ver’ naar een gevleugelde uitspraak van Joop Zoetemelk (in 1980 winnaar van de Tour de France) en ‘Time is our only challenge’.
Behalve het landelijke event van 20 juni is er dit jaar ook iedere maand een fietstocht in steeds een andere provincie. Brinkman: “Dat heeft een meer educatief karakter en gaat langs duurzame initiatieven.” Daarnaast slaat Cycling 4 Climate de vleugels uit in het buitenland. Zondag was er al een klimaatklassieker langs de Belgische kust. “We hebben de ambitie om de komende drie jaar in elk Europees land zo’n fietstocht te organiseren. Want klimaatverandering is natuurlijk een internationaal probleem.”
De deelname van de waterschappen aan de landelijke fietstocht is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Ze publiceerden hierover op hun eigen sites en de media toonden veel belangstelling. Brinkman hoopt dat de waterschappen volgend jaar het evenement opnieuw omarmen en mede willen organiseren. “Dan mogelijk met nog wat meer aandacht voor het onderdeel water.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.