Ook langs de Nederlandse kust is nu een versnelde stijging van de zeespiegel te zien. Dat blijkt uit de nieuwe Zeespiegelmonitor van Deltares en het KNMI, waarvoor verbeterde analysetechnieken zijn gebruikt. Vier jaar geleden leek de zeespiegel voor onze kust nog minder snel te stijgen dan in de rest van de wereld.
In 2018 was zelfs sprake van een daling vergeleken met het jaar ervoor, aldus de vorige Zeespiegelmonitor. Maar die had vooral te maken met de relatief hoge stand van het water in 2017 vanwege enkele stormen. "Het gaat om de ontwikkeling op langere termijn", zegt Marcel Taal van onderzoeksinstituut Deltares. "Die zegt ons iets over wat de Noordzee doet."
Sinds 2014 houdt Deltares in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de stand en de ontwikkeling van de zeespiegel bij ter ondersteuning van het waterveiligheidsbeleid. De Zeespiegelmonitor vormt het uitgangspunt voor onder andere de jaarlijkse zandsuppleties en de beoordeling van de primaire waterkeringen.
Was in de twee voorgaande rapportages nog sprake van een constante trend sinds het begin van de metingen in 1890, de nieuwste waarnemingen veranderen dit beeld. Tot dertig jaar geleden ging het om een stijging van 1,8 millimeter per jaar, de afgelopen dertig jaar was dat 2,9 millimeter per jaar, zo blijkt nu.
Weinig ruis
Deltares noemt de nieuwe conclusies ‘robuuster’, omdat met de verbeterde analysetechnieken de invloed van de wind op de jaarlijkse gemiddelde waterstand nauwkeuriger bepaald kan worden voor de jaren na 1979.
"Vier jaar geleden zagen we wel dat de zeespiegel gestaag steeg, alleen konden we niet aantonen dat het om een versnelling ging", verklaart Taal. "Nu blijkt uit de data dat dit wel het geval is, daar zit weinig ruis meer in. Daarmee sluit Nederland aan bij wereldwijde ontwikkelingen."
De resultaten betekenen dat we ook voor de komende tien tot vijftien jaar moeten uitgaan van een zeespiegelstijging van 2,9 millimeter per jaar, aldus de kustexpert. "Wat er in die periode gaat gebeuren, weten we niet. Maar voor bijvoorbeeld zandsuppleties is het veilig om met dit getal te rekenen."
Met sprongen vooruit
Als de versnelling op de langere termijn net zo hard doorzet als in de afgelopen dertig jaar, wordt het een ander verhaal. Taal: "In de eerste 130 jaar (sinds het begin van de metingen, red.) ging het om zo’n 18 centimeter per eeuw, de laatste dertig jaar was dat al 29 centimeter per eeuw. Als het bij die 29 centimeter blijft, kunnen we er prima mee dealen. Maar als het met vergelijkbare sprongen vooruit blijft gaan, dan zullen waterwerken zoals de Oosterscheldekering minder lang meegaan als dat we tijdens het ontwerp verwachtten."
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.