secundair logo knw 1

Met een vers gezet theetje installeer ik me in de vroege ochtendzon met vergaderstukken voor waterschap Rijn en IJssel. Voor de komende algemeen bestuursvergadering staan er acht thema’s op de agenda. Alle voorstellen en bijlagen tezamen tellen 27 stukken. Exclusief mededelingen. U begrijpt: naast het ene theetje staat een thermoskan.

door Phebe Kloos

Phebe 180 vk Ik start met grondbeleid rond het hoogwaterbeschermingsprogramma. Om te zorgen voor maximale bescherming lees ik dat we onze dijken goed moeten kunnen onderhouden. Bij een dijk denk ik aan Vlieland, waar ik tussen zee en grasmuur fiets, slingerend langs schapenpoep.

Maar in het stuk word ik opnieuw voorgesteld aan de dijk. Ik lees dat deze bestaat uit verschillende ‘onderdelen’: ‘het klassieke dijklichaam zelf, bestaande uit twee opgaande taluds en een kruin’. Een belangrijk punt voor stevigheid is ‘de teen’, ‘het knikpunt tussen binnentalud en de binnenberm of maaiveld’. Ik verslik me in de thee: het waterschap stelt me voor aan de dijk als een lichaam, met kruin en teen!

Antropomorfisme in het waterschap 900

Het doet me denken aan de studie antropologie, waar ik kennis maakte met een gebruik in India. Ik leerde dat daar bij boomvereringen de bomen maskers krijgen opgezet. Zo wordt hen een gezicht gegeven. Over een gebergte in Mount Saint Elias leerde ik dat de lokale bevolking gletsjers voorstellen als bewuste actoren die reageren op hun omgeving. De gletsjers hebben ‘ogen als de maan’ en een hekel aan mensen die rechtstreeks naar hen kijken, dus dragen de mensen donkere brillen om hun blikken te verbergen.

Het toedichten van menselijke (karakter)eigenschappen (een boom met een masker, een dijk met een teen, een stofzuiger met ogen en de naam Henry) noem je antropomorfisme – inderdaad zeer Scrabblewoordwaardig. Geloven dat een gletsjer bezield is, noem je animisme. Het zijn filosofische, religieuze of spirituele concepten waarbij zielen of geesten niet alleen bestaan in mensen en dieren.

Een boom, rivier of donderslag zien als iets waarmee je een menselijke relatie kan opbouwen, werd als primitief en kinderlijk bestempeld

Op antropomorfisme en animisme kwam in de moderne tijd een taboe. Een boom, rivier of donderslag zien als iets waarmee je een menselijke relatie kan opbouwen, werd als primitief en kinderlijk bestempeld. Mens en natuur waren gescheiden en zo werd de stem van de natuur gedoofd en ontzield. Zonde, want antropomorfisme en animisme bieden de mogelijkheid tot verwantschap. Niet-menselijke natuur begroeten, hoe fluisterend ook, is de start van een relatie. Het is een opening om hen te erkennen, erom te geven, ervoor te zorgen, om het toe te wensen wat we onszelf ook toewensen. Verbanden leggen tussen mensen en niet-mensen helpt om een band op te bouwen.

De tenen en kruinen zetten me stil (al hielp het verslikken ook mee). Een gesprek met een waterschapper van waterschap De Dommel dient zich aan. Hij vertelde me dat ze alleen nog maar spreken van ‘waterlichamen’ om water zo een stem te geven. Ik denk ook aan het waterschap Vallei en Veluwe, waar ze in de blauwe omgevingsvisie aandacht vragen voor ‘het blauwe hart’, ons Veluws grondwater.

Samen geven deze waterschappen de dijk en het water een gezicht en hart met lichaam en teen. Deze vorm van antropomorfisme is een prachtige uitnodiging om ons op een nieuwe manier te verhouden tot onze omgeving. Het is tijd om de verdeling te stoppen en waarden van alternatieve kaders te omarmen. Aan ons nu de opgaven om de grasmuur te erkennen als entiteit waarbij we niet op de tenen gaan staan en het hartzeer van het waterlichaam te zuiveren.


Leestip:
David Haberman, 2013. People Trees: Worship of Trees in Northern India. Julie Cruikshank, 2006. Do Glaciers Listen? Local Knowledge, Colonial Encounters, and Social Imagination


Phebe Kloos is antropoloog met als specialisme mens-water relaties en verbonden aan waterschap Vallei en Veluwe en waterschap Rijn en IJssel

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.