Het is 1952: mijn moeder zwaait met vlaggetjes om de komst van de drinkwaterleiding te vieren. Vooruitgang! Een grote stap voor de volksgezondheid. Gestart als lokale initiatieven van gezondheidscommissies in de 19e eeuw, vierden we een eeuw later dat vrijwel heel Nederland voorzien was van schoon drinkwater. Een succes dat niet in het minst te danken was aan overheidsbeleid. Nooit meer cholera.
door Harrie Timmer
Het was tot diep in de jaren tachtig voor alle bestuurders dan ook vanzelfsprekend dat je de best aanwezige bron, bij voorkeur grondwater, gebruikt voor drinkwater. Als kind hadden ze immers nog water uit een put geschept. Gemeenten en provincies waren zowel aanjager als betrokken eigenaar. Met het publiek belang als drijver werden de noodzakelijk concessies vastgelegd.
Ook een belang
Veertig jaar verder zijn de drinkwaterbedrijven opgeschaald, geprofessionaliseerd en wat meer op afstand van de bestuurders gekomen. Schoon drinkwater komt inmiddels als vanzelfsprekend uit de kraan. Dat daar een robuuste waterwinning bij hoort is verdwenen uit het collectief geheugen. Dat toont zich in bestuurlijke bijeenkomsten waar het drinkwaterbedrijf opeens in het rijtje van “gebruikers” naast de hengelsport- en de zwemvereniging staat. Ook een belang.
Vervaging van prioriteiten zorgt ervoor dat nieuwe grondwaterconcessies voor de poorten van de hel moeten worden weggesleept
Deze vervaging van prioriteiten zorgt ervoor dat nieuwe grondwater-concessies voor de poorten van de hel moeten worden weggesleept. Vijftien jaar onderzoek en duizenden pagina’s milieu-effect-rapportages zijn inmiddels standaard. Er is immers altijd wel een belang dat mogelijk geschaad wordt en nader onderzoek vereist. Naarmate de decennia verstrijken wisselt ook de focus van landbouwschade via natuurschade naar maaivelddaling en CO2. Een wisseling die natuurlijk weer nader onderzoek vereist en besluitvorming vertraagd. Werkverschaffing voor hoger opgeleiden.
Minder verstandig plan
In tijden van stagnerende drinkwatervraag is vijftien jaar onderzoek niet rampzalig. Als de vraag weer stijgt kan dat echter raar uitpakken. In de jaren 90 was de directeur van Waterleiding Maatschappij Limburg het zo zat dat hij besloot de discussies over grondwaterwinningen te beëindigen en over te gaan op inname van Maaswater. In droge tijden grotendeels afvalwater uit België en dertig kilometer stroomafwaarts van het grootste chemiepark van Europa. Daar had niemand bezwaar tegen.
Terugwerkend gezien een minder verstandig plan. Door lozingen van verontreinigingen in 2018 moest de inname maandenlang gestopt. De reserve grondwaterwinning kon gelukkig redding brengen.
Extra waterwinningen
Ook nu vraagt de groeiende bevolking om extra waterwinningen. Vanuit volksgezondheid nog steeds het liefst uit grondwater, maar technisch is het nu mogelijk om zelfs rioolwater te zuiveren. Dat is zeker niet de beste bron, maar wel snel te realiseren, want nauwelijks vergunningen nodig en geen bezwaren van professionele belangenorganisaties.
Dat kan in nood heel verleidelijk zijn. U drinkt dan niet uit de best mogelijke bron, maar uw eigen gezeik (en dat van uw buurvrouw). Ik ga het mijn moeder niet uitleggen.
Harrie Timmer is geohydroloog
Deze bijdrage verscheen als column in het vakblad H2O