In H2O nummer 10 van november 2022 staat op blz 25 onder ‘hoogstandje‘ een aardige bijdrage over gebruik van effluent, meer specifiek in akkerbouw voor de teelt van gewassen als aardappel en uien, maar ook in de fruitteelt voor groei van peren.
Helaas maakt dit artikel geen onderscheid tussen rioolwater effluent of bedrijfswater effluent. Deze nuancering is heel belangrijk, en bij bedrijfswater effluent nog veel meer.
Inderdaad haalden boeren in de droge zomer van dit jaar in Zeeland effluentwater op, maar dat was - zover ik weet - bedrijfswater effluent na zuivering bij een groentenverwerker Coroos te Kapelle.
Ik hoop dat iedereen zich kan voorstellen dat dit water naar landbouw toch fors minder verdacht is dan rioolwater effluent. Het lijkt mij wezenlijk deze nuancering in het vervolg goed te maken.
Johan Raap, lid algemeen bestuur Waterschap Aa en Maas
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.