secundair logo knw 1

Over een maand mogen we naar de stembus. Gelukkig valt er wat te kiezen. Als daarná het kwartetten met ministersposten goed uitpakt, komt het misschien toch nog goed met ons prachtige land.

Door Jos Peters en Peter Kuin

Jos Peters 180 vk Jos PetersOns land is deels een delta. Het is eerst geboetseerd door water en daarna eeuwenlang door bewoners ingericht met dijken, dammen, droogmakerijen, polders. Als we stoppen met pompen en malen, met ontwateren, uitwateren en afwateren, staat binnen een jaar de helft van het land blank. Onze geschiedenis is kletsnat, kijk naar de plaatsnamen die eindigen op beek en broek, dam en Peter Kuin 180 vk Peter Kuindijk, voorde en veen. Zes eeuwen geleden teisterde de Sint-Elisabethvloed het zuidwesten van ons land. 

Die ramp vormde een natuurgebied dat we nu kennen als Nationaal Park De Biesbosch. Begin vorige eeuw was een stormvloed aanleiding tot het temmen van de Zuiderzee waarvan we grote delen drooglegden. De Watersnoodramp, 68 jaar geleden, was de aanleiding tot de Deltawerken en na dreigende overstromingen in 1995 van het rivierengebied startten we met het recent afgeronde programma ‘Ruimte voor de Rivier’.

Geen optie
Dat was het verleden, terug naar het heden. Drie gortdroge zomers op rij deden het kwartje vallen: water is ook wel eens schaars, we gaan er niet slim mee om. Veranderende neerslagpatronen stellen ons voor een nieuwe wateropgave: werk maken van het vasthouden en bergen van water. We roepen het al zo lang, laten we het nu ook gaan doen. Nog langer uitstellen is geen optie. Ook de koepelorganisaties van de waterschappen en de waterbedrijven roepen op tot ‘de watertransitie’. Inspelen op klimaatverandering moet nu, eigenlijk gisteren al. Dat kan niet zonder gevolgen voor de inrichting van ons land. Nederland was waterland, Nederland kan waterland blijven.

Is water schaars, ruimte is schaarser. Want er zijn meer opgaves die ruimte vragen: we willen een miljoen extra woningen, meer bos en natuur en ruimte voor wind- en zonneparken. Wie legt voor Nederland anno 2050 de ruimtepuzzel, wie maakt het plan, wie neemt het voortouw? Eerlijk gezegd geloven we niet dat het goedkomt met nog meer ‘interdepartementale afstemming’. Het voelt ook niet goed dat de Omgevingswet inzet op ‘decentralisatie van het ruimtelijk domein’. 

Lappendeken
Zeker, we zijn het hartgrondig eens met onze Deltacommissaris die lokale besturen oproept meer oog te hebben voor water. Maar wordt Nederland fraaier als 352 wethouders het voor het zeggen krijgen, als 21 dijkgraven ons land boetseren, met 12 gedeputeerden aan het roer? Zonder sterke sturing zal Nederland ogen als een volkstuintje, als een onsamenhangende lappendeken. Kleurrijk, dat wel, maar zonder rode draad. We missen node een minister die in Den Haag ruimte op de kaart zet.

Gelukkig staan we niet alleen. De Volkskrant berichtte 14 januari 2021 op de voorpagina dat veel politieke partijen willen dat het Rijk de regie over de ruimtelijke ordening terugpakt en dat weer een minister beslist over de inrichting van ons land. Helaas werd niet vermeld dat ook de wateropgave daarom schreeuwt. Op dit punt verschillen de partijprogramma’s nogal. In sommige is water geen enkel issue. Er is welgeteld één programma met een echte waterparagraaf.

Inderdaad, er zijn partijen die de terugkeer bepleiten van een minister van Ruimte, maar vooral in combinatie met wonen, volkshuisvesting of milieu. Voor ons watermensen onbegrijpelijk, ze noemen hierbij water niet. Van de veertien partijen die volgens peilingen mogen rekenen op minstens een kamerzetel, hebben er slechts zeven iets van watersysteemmaatregelen in hun plannen. Er vált wel degelijk wat te kiezen.

Water heeft ons land gevormd. Alleen als we ons bij het leggen van de nieuwe ruimtepuzzel -niet alles kan overal- door water laten leiden, dan blijven we trouw aan onze geschiedenis. Doen we dat niet, dan verloochenen we ons verleden. Hoe mooi zou het zijn als na maart 2021 onze eerste minister van Water en Ruimte van genoemde thema’s echte speerpunten maakt. En natuurlijk neemt hij of zij klimaatadaptatie daarbij mee.

Jos Peters en Peter Kuin zijn adviseur bij Royal HaskoningDHV

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.

Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.
Met alle respect, maar ik kan me weer niet aan de indruk onttrekken dat hier oneigenlijk "behoud" van...ja van wat...? een heel belangrijke rol speelt vanuit oa. Rijkswaterstaat. Nogmaals kijkend naar het totale project van Ir. Lely en de doordachte gevolgen van eea. moeten we dit derde grote inpolder traject gewoon oppakken om meer balans te verkrijgen in alles. En no1, meer woningbouw ruimte wordt er in een klap mee opgelost! Anders mag men aan inpoldering Dogeland gaan denken in de Noordzee..., want we moeten hoe dan ook meer land erbij krijgen om alle problemen op te lossen.  
Is het niet van-den-zotten-in-het-kwadraat dat de rechterlijke macht de overheid moet veroordelen tot het naleven van de door haar zelf gemaakte wetgeving?
"En zij vreesden met groote vreeze!"  staat er in de Bijbel. Wat een negatief stukje. De rechter heeft een dwangsom opgelegd voor 2030. Minister Wiersma heeft nog even de tijd om met een oplossing te komen.