In opdracht van drinkwaterbedrijf PWN en watercyclusbedrijf Waternet vliegt dezer dagen een helikopter in Noord-Holland waarmee op een innovatieve manier de bodem in kaart wordt gebracht. Dat gebeurt met een meetsonde in de vorm van een grote hoepel die onder de helikopter hangt. PWN brengt bodem en grondwater in Nationaal Park Zuid-Kennemerland in kaart, Waternet voert bodemonderzoek uit in Horstermeerpolder, Loenderveen en de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Het bodemonderzoek met de meetsonde is een nieuwe manier om de bodemopbouw en de samenstelling van het grondwater tot een diepte van 150 meter in kaart te brengen. De metingen vanuit de lucht zijn veel nauwkeuriger dan wanneer je vanaf de grond meet. Het meetresultaat van het onderzoek in de Noord-Hollandse gebieden is gelijk aan zo’n 900 diepe grondboringen, zo is de claim.
Het bedrijf SkyTEM voert het bodemonderzoek uit en laat de helikopter 75 tot 100 meter boven de grond vliegen. Met de meetsonde die een diameter heeft van 30 meter, wordt een magnetisch veld opgewekt in de bodem. Dat veld geeft inzicht in de verschillende aardlagen en de overgang aan van zoet naar zout grondwater.
Waternet gebruikt de gegevens over de bodemsamenstelling om de waterkwaliteit in de Horstermeerpolder verder te verbeteren. In de polder is een deel van het grondwater brak. In de lage polder komt dit grondwater als 'brakke kwel' in de sloten naar boven, wat schadelijk is voor natuur en biodiversiteit. Het watercyclusbedrijf zoekt naar manieren om het brakke water op te pompen voordat het in de sloten komt. "Hoe preciezer we weten waar het brakke water zit, hoe gerichter we het water kunnen onttrekken."
PWN wil de bodem in Nationaal Park Zuid-Kennemerland in kaart brengen. “Dit is belangrijke informatie, omdat we daarmee in één keer inzicht krijgen in de bodemlagen en de grondwaterkwaliteit van het hele gebied tot ongeveer 100 m diepte. Met die kennis kunnen we beter inschatten hoe we het gebied kunnen inzetten voor het vasthouden (bufferen) en zuiveren van water.”
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.