De regen van de voorbije weken heeft in delen van Nederland gezorgd voor verlichting van de droogte. Maar niet overal want er zijn grote regionale verschillen volgens de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling. De tijdelijke onttrekkingsverboden die enkele waterschappen in mei hebben ingesteld, worden voorlopig gehandhaafd.
Het gemiddelde neerslagtekort ligt met 107 millimeter momenteel rond het niveau van de 5 procent droogste jaren, meldt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) in de droogtemonitor. Het tekort is iets gedaald sinds half mei en dat komt niet alleen door de regen. Ook nam de verdamping sterk af door lagere temperaturen en meer bewolking.
Er zijn echter grote regionale verschillen waarneembaar, aldus de LCW (zie kaart onderaan). Vooral in het zuidoosten en delen van Zeeland regende het vorige maand minder dan elders. In Limburg en Zeeland is het neerslagtekort het grootst, soms rond de 150 millimeter.
In delen van zuidwesten hinder extra groot
De gevolgen van de droogte blijven merkbaar voor landbouw en natuur in gebieden waar geen water kan worden aangevoerd en er vrij weinig neerslag viel. De LCW merkt over het zuidwesten op dat de hinder extra groot is in Zeeuws-Vlaanderen en op de West-Brabantse zandgronden. Hier is de bodem lokaal sterk gevoelig voor uitdroging.
Ook in Zuidoost-Nederland heeft de aanhoudende droogte een ongunstig effect op de waterhuishouding. Wel is in de Maas en de Midden-Limburgse en Brabantse kanalen voldoende water beschikbaar. Dat wordt waar mogelijk aangevoerd naar de beken. Verder is het onder andere droog in de Gelderse regio, in het bijzonder op de hoge zandgronden zoals de Achterhoek en de Veluwe.
Onttrekkingsverboden gehandhaafd
De waterschappen Brabantse Delta, De Dommel, Scheldestromen, Rijn en IJssel, en Vallei en Veluwe hebben vorige maand tijdelijke onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater ingesteld. Deze blijven vooralsnog gehandhaafd. Zo is het in bijna heel Midden-Brabant verboden om water uit beken en sloten op te pompen voor onder meer het beregenen van landbouwgewassen.
In Gelderland is nog overal sprake van normaal waterbeheer. Wel nemen waterschappen steeds meer voorbereidingen voor aanvullende maatregelen op het gebied van onttrekkingen voor beregening. Waterschap Rijn en IJssel hanteert een onttrekkingsverbod voor plekken waar stuwen afvoerloos zijn. Deze situatie doet zich voor op een toenemend aantal locaties. Het waterschap probeert water zoveel mogelijk vast te houden.
Gebruik van grondwater in Brabant weer toegestaan
Het gebruik van grondwater voor het beregenen van grasland en sportvelden is vanaf vandaag weer toegestaan in Noord-Brabant. De drie Brabantse waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel hadden voor delen van hun werkgebieden een tijdelijk verbod van 1 april tot 1 juni ingesteld, als maatregel tegen het verder zakken van de grondwaterstanden in het voorjaar. Dat geldt nu niet meer. Er is nog wel een urenverbod in juni en juli: alleen vóór 11.00 uur en na 17.00 uur mag er worden beregend met grondwater.
In de regio West-Midden is de afvoer van de Rijn-Maasmonding relatief laag. Er zijn echter nog voldoende aanvoermogelijkheden en de peilen in het watersysteem bevinden zich rond de streefwaarden. Bij waterschap Rivierenland is het waterpeil volledig opgezet en bij waterschap Hollandse Delta is daarvan deels sprake. In verband met de waterkwaliteit wordt er extra doorgespoeld in diverse gebieden in laag Nederland.
Weer normaal peil in IJsselmeer
In het noorden worden op korte termijn geen significante problemen verwacht. Vanwege de droogte had Rijkswaterstaat drie weken geleden het peil in het IJsselmeer en Markermeer met vijf centimeter opgezet. Dat zorgde voor een extra zoetwatervoorraad van ongeveer 100 miljoen kubieke meter voor Noord-Nederland, waardoor kon worden voldaan aan de grote watervraag die er toen bestond.
Deze maatregel is inmiddels teruggedraaid. Sinds 25 mei stuurt Rijkswaterstaat weer op een normaal meerpeil van 20 centimeter in plaats van 15 centimeter onder NAP. Volgens de LCW is peilopzet niet meer nodig, omdat de situatie in het IJsselmeergebied en omliggende regio’s stabiel is en er geen knelpunten zijn.
Grondwaterstanden meestal gemiddeld tot laag
Door de neerslag sinds half mei zijn de grondwaterstanden op sommige locaties minder snel gedaald dan daarvoor of soms zelfs gestegen. In het algemeen zijn de grondwaterstanden nu gemiddeld tot laag voor de tijd van het jaar en in het zuiden lokaal zeer laag, bijvoorbeeld in Limburg en Noord-Brabant. Het bodemvocht is weer normaal in gebieden waar de nodige neerslag is gevallen.
De aanvoer vanuit de grote rivieren is op het ogenblik aan de lage kant en daalt de komende tijd nog licht. De LCW verwacht dat in gebieden waar water kan worden aangevoerd, voldoende water beschikbaar blijft voor de huidige watervraag. Zoals het er nu uitziet, zal de Rijnafvoer gaan stijgen in de tweede week van juni.
Onzekerheid over neerslagtekort
De LCW laat in de droogtemonitor weten dat het nog onzeker is hoeveel neerslag de komende weken valt. Het neerslagtekort loopt waarschijnlijk op rond het niveau van de 5 procent droogste jaren. Het KNMI houdt 136 millimeter over vijftien dagen aan als gemiddelde van de verdeling. Maar snellere toename of zelfs daling van het neerslagtekort is volgens de LCW ook mogelijk.
LEES OOK
H2O Actueel: steeds meer sproeiverboden
H2O Actueel: verhoging peil IJsselmeer