Met het huidige beleid gaat Nederland de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet halen. Een doortastender aanpak is dringend noodzakelijk, maar zelfs dan wordt de deadline van 2027 overschreden. Dat concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Goed water goed geregeld’.
In het advies, dat vanmiddag aan minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) is aangeboden, komt de raad met vijf aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse KRW-beleid. Dat is tot nu toe veel te vrijblijvend geweest, zo luidt de conclusie op basis van een groot aantal gesprekken met deskundigen uit de waterwereld.
"We hopen dat de minister ons advies overneemt", zegt raadsvoorzitter Jan Jaap de Graeff. "Het probleem is echt urgent. Als we niet stinkend ons best doen, zijn de consequenties groot."
Volgens de KRW moet al het oppervlakte- en grondwater in de Europese Unie uiterlijk in 2027 van goede kwaliteit zijn en moet er voldoende schoon water beschikbaar zijn. Die doelen kunnen met het huidige Nederlandse beleid "redelijkerwijs" niet meer worden gehaald, concludeert de raad.
"Wij signaleren bovendien dat de uitvoering van dat beleid door een aantal factoren dusdanig wordt belemmerd, dat de KRW-doelen ook na 2027 waarschijnlijk niet realiseerbaar zijn zonder aangescherpte beleidsaanpak."
Boetes
Dat heeft niet alleen gevolgen voor de gezondheid, de natuur, de drinkwaterproductie, de industrie en de landbouw, waarschuwt de raad. Het betekent ook dat de EU Nederland forse boetes kan opleggen en dat allerlei activiteiten stil komen te liggen, net zoals dat is gebeurd in het stikstofdossier.
De Rli ziet drie factoren die het halen van de KRW-doelen bemoeilijken: een gebrek aan urgentiebesef, een te grote vrijblijvendheid bij de keuze voor en het gebruik van beschikbare beleidsinstrumenten en een gebrekkige invulling en uitvoering van taken en verantwoordelijkheden.
Dat urgentiebesef lijkt de laatste tijd wel iets te ontluiken, erkent het adviesorgaan. "Maar dat beperkt zich vooralsnog echter, zo hebben wij moeten vaststellen, tot woorden en schone intenties. De feitelijke uitvoering van het beleid legt het kabinet neer in de regio, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van vrijwillige beleidsinstrumenten."
Vijf aanbevelingen
extra impuls' die minister Harbers eind maart aankondigde om de KRW-doelen alsnog te halen en zijn brief aan de Tweede Kamer daarover in april zijn daarin meegenomen. "Maar de minister hinkt op twee gedachten", zegt commissievoorzitter Karin Sluis. "Eerst zegt hij dat we de doelen wel gaan halen, later dat het nog spannend wordt. En hoe die impuls wordt ingevuld, weten we nog niet." Het advies van de raad is up-to-date: zelfs de ‘
Het beleid zal hoe dan ook aangescherpt moeten worden, stelt de raad. Daarvoor geeft hij vijf aanbevelingen, die ervoor moeten zorgen dat de KRW-doelen doorwerken op alle beleidsterreinen en dat ze minder vrijblijvend zijn.
Zo moeten drinkwaterbedrijven samen met de provincies inzichtelijk maken wat de toekomstige drinkwaterbehoefte is en hoe daarin kan worden voorzien. Waterschappen die nog te veel nutriënten lozen, moeten verplicht worden om bij de rioolwaterzuivering uiterlijk in 2027 een extra vierde zuiveringstrap toe te passen. En de zogenaamde watertoets bij ruimtelijke plannen moet meer gewicht krijgen.
Doorrekenen
Het gaat niet om nieuwe juridische instrumenten, benadrukt De Graeff. "Die zijn er wel, ze moeten alleen soms worden aangescherpt en beter worden toegepast. De vrijblijvendheid moet eraf."
De laatste aanbeveling betreft het doorrekenen van alle huidige en voorgestelde maatregelen. Dat moet op nationaal niveau gebeuren en liefst nog voor de tussenevaluatie in 2024.
Als daaruit blijkt dat de KRW-doelen niet zullen worden gehaald, moet de minister vaststellen wat er nog aan extra maatregelen nodig is. "Met ons advies kan hij het impulsprogramma inhoud geven", meent Sluis.