secundair logo knw 1

Vlak voor de watercrisis in Limburg werd de motie-Grinwis aangenomen: water moet sturend zijn in de ruimtelijke ordening. Oftewel: klimaatadaptiviteit, waterrobuustheid en waterbestendig bouwen. Het is algemeen bekend dat vage termen meer aantrekkingskracht hebben dan scherp gedefinieerde en het is aan wetenschappers en publicisten om vaagheid te ontmaskeren. Een nadere blik op drie vormen van waterbestendig bouwen.

door Ties Rijcken

Ties Rijcken vk 180 Ties RijckenKlimaatbestendig bouwen is een vage term en een pleonasme. De belangrijkste functie van een gebouw is het scheiden van buitenklimaat en binnenklimaat. Klimaatbestendigheid is al eeuwen een kerntaak van bouwers en een kernverantwoordelijkheid van waterschappen. Het is twijfelachtig dat er een Rijksstimulering nodig is voor kerntaken en het zou kunnen dat vage terminologie dit verhult. Van de andere kant, het gaat vooral over klimaatverandering en dat is natuurlijk een complex vraagstuk.

Bodemdalingsbestendig bouwen is wel scherp gedefinieerd: het betreft gebouwen die geen last hebben van een dalende bodem, of waaronder de bodem helemaal niet daalt, zoals bij de drijvende woningen van het prachtige Veenetië in Woerden. Voor bouwwerken is het grootste bodemdalingsprobleem dat het ene deel van het gebouw meer zakt dan het andere, en/of dat omringend gebied daalt door bemaling. Bodemdalingsbestendige nieuwbouw is daarmee een piepkleine deeloplossing voor het algemene probleem bodemdaling. Het begint ergens op te lijken als drijvende woningen passen in een peilstijgingsstrategie van een groter omringend peilvak.

Choose your battles: richt je op bodemdalingsbestendig en piekbuibestendig maar niet op dijkdoorbraakbestendig bouwen

Overstromingsbestendig bouwen lijkt een heldere term maar het zou beter zijn onderscheid te maken tussen piekbuibestendig bouwen en dijkdoorbraakbestendig bouwen. Piekbuibestendigheid gaat over wateroverlast. Heel interessant: bij veldbezoeken constateren onderzoekers de grootste waterschade bij oude bouwwerken. Er is voor piekbuibestendigheid meer te behalen met het verminderen van de kwetsbaarheid van bestaande gebouwen dan het nog waterbestendiger bouwen van nieuwbouw.

Piekbuibestendigheid en dijkdoorbraakbestendigheid worden dikwijls allebei onder Meerlaagsveiligheid geschaard. Meerlaagsveiligheid gaat echter niet over piekbuien maar over het bestendiger maken van gebieden tegen een dijkdoorbraak. Bijvoorbeeld door niet meer te bouwen in diepe polders. Wees dan consequent en pleit ook voor afbraak van de bestaande bouwwerken die al in diepe polders staan.
Of laat het gaan. Waterbestendige bouwers, bestuurders en buitenlui: choose your battles. Richt je op bodemdalingsbestendig en piekbuibestendig en niet op dijkdoorbraakbestendigheid bouwen.

Dijkdoorbraakkansen worden in het Hoogwaterbeschermingsprogramma gebracht op 1:1.000 voor Schiermonnikoog en op 1:10.000 en 30.000 voor de rest van Nederland. Als er een dijk in een 1:10.000-traject doorbreekt, zal het handjevol dijkdoorbraakbestendige bouwwerken wegvallen in de malaise. In 1953 konden we de Tweede Wereldoorlog de schuld geven; een dijkdoorbraak in de 21ste eeuw is een internationale afgang. Inwoners en kapitaal zullen vertrekken en het einde van Nederland begint. Waterbestendige gebouwen veranderen daar niets aan.

Ties Rijcken is innovator en publicist en schrijft een column in het vakblad

 

MEER COLUMNS VAN TIES RIJCKEN
De norm en daarmee basta?
Water en woningnood

Aanbevelingen voor de kabinetsformatie
Het natuurvraagstuk
Drie ideeën voor een nieuw decennium

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland