secundair logo knw 1

Plastic afval zwerft soms lang rond en valt uiteen in kleine deeltjes. Foto Unsplash

Net als bij andere typen vervuiling moeten er grens- en streefwaardes komen om te bepalen hoe zwaar een rivier vervuild is met plastic. Pas dan kan dit probleem effectief worden aangepakt, zegt Tim van Emmerik van Wageningen University & Research (WUR).

Samen met zijn team analyseerde Van Emmerik de data die vrijwilligers van het project Schone Rivieren de afgelopen twee jaar verzamelden. Op meer dan tweehonderd plekken langs vooral de oevers van de Maas en de Rijn onderzochten die 152.415 stuks afval, waarvan het merendeel plastics.

Tim van Emmerik vk 180 Tim van EmmerikHet is volgens de WUR de grootste Nederlandse dataset ooit op het gebied van plastic rivierafval, en daarom zeer geschikt om de herkomst en spreiding van dit plastic nader te onderzoeken.

"Het gaat om een verdiepingsslag", aldus Van Emmerik, universitair docent bij de leerstoelgroep Hydrologie en Kwantitatief Waterbeheer. "We kijken niet alleen naar het soort voorwerpen, maar proberen ook een verklaring te vinden: hoe is het plastic ruimtelijk verdeeld over de rivier, zijn er lokale bronnen, is er een storm geweest?"

Kleine stukjes
De vrijwilligers van het Schone Rivieren-project, een initiatief van IVN Natuureducatie, Plastic Soup Foundation en Stichting De Noordzee, classificeerden de gevonden voorwerpen de afgelopen twee jaar in een van de 110 categorieën van het River-OSPAR-protocol, zoals ‘voedselverpakking’ en ‘wattenstaafje’.

Op grond daarvan herkennen de Wageningse onderzoekers een aantal patronen. Zo blijkt dat het grootste deel van het afval bestaat uit kleine stukjes plastic, wat erop duidt dat het afval al langer rondzwerft en langzaam afbreekt tot kleinere delen.

"Dat maakt het heel erg lastig", zegt Van Emmerik. "Tot nu toe werden deze data vaak gebruikt als argument om bepaalde voorwerpen te verbieden, bijvoorbeeld plastic flesjes. Maar daarmee zijn we er dus nog niet. Een hele batterij aan maatregelen is nodig."

Biesbosch
Cruciaal daarbij is volgens de hydroloog dat het afval continu gemonitord wordt, niet alleen op de oevers maar ook in het water. "Het is een kip-ei-verhaal. We weten niet hoeveel plastic er in de rivier zit en er zijn geen normen voor, dus iedereen wijst naar elkaar. Die cyclus kunnen we alleen doorbreken door te beginnen met zo goed mogelijk te meten."

Vervolgens moeten grens- en streefwaarden worden vastgesteld, bepleit de onderzoeker. "Rond de Biesbosch bijvoorbeeld werden vijfduizend voorwerpen per meter aangetroffen. Dat is hartstikke veel. Maar er zijn geen consequenties, zoals bijvoorbeeld bij PFAS. Als de norm daarvoor wordt overschreden, wordt alles gelijk stopgezet."

Ook de geografische spreiding van het afval noemen de onderzoekers opvallend. Zo bergen de Maasoevers meer afval dan die van de Rijn. Bij steden en in de grensgebieden met België en Duitsland werd relatief veel afval verzameld, maar de grootste pieken liggen benedenstrooms, zoals de Biesbosch.

Mogelijk komt dat door de combinatie van de getijden en een natuurgebied, waardoor het plastic blijft hangen, denkt Van Emmerik. "Het is dus niet zo dat alles gelijk doorstroomt naar de oceaan. Maar er zijn nog veel vragen die beantwoord moeten worden."

 

MEER INFORMATIE
Rapport 'Riverbank macrolitter in the Dutch Rhine-Meuse delta'
H2O-bericht: Afval op rivieroevers voornamelijk van plastic
H2O-bericht: Oevers van Maas en Waal liggen vol met afval
H2O-bericht: Plastic korrels langs groot deel Maas en Waal aangetroffen

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.