Hoe de regenboogforel zich identificeert is onbekend. Maar eenmaal opengesneden voor het Landelijk Onderzoek oEstrogene Stoffen (LOES), bleek 20 jaar geleden al dat de mannetjes opvallend veel vrouwelijke kenmerken hadden. Dit was geen vrijwillige keuze. Zwemmen in de Dommel, destijds vooral bestaand uit afvalwater van Eindhoven, was genoeg.
door Harrie Timmer
We leerden hieruit dat hormoonverstorende stoffen in water in zeer lage concentraties al effecten hebben op het aquatisch leefmilieu. Mensen lijken iets minder gevoelig, maar omdat we allemaal als een kwetsbaar soort dikkopje in vruchtwater starten, zijn de acceptabele grenswaarden voor dit soort stoffen terecht laag. De regenboogforel heeft hier de functie van een kanariepiet in een kolenmijn die omvalt bij te veel koolmonoxide. Bij lage concentraties zie je effect, en dat geeft ons een waarschuwing dat we iets moeten.
Je zou dus denken dat er sindsdien is ingegrepen. Je voelt immers aan je water dat hormoon-verstorende stoffen, net als andere medicijnresten, niet in ons oppervlaktewater thuishoren. De werkelijkheid is helaas anders. In de boze realiteit van belangenafwegingen bij waterbeheerders en afvalwaterzuiveraars moet dit probleem de strijd aangaan met andere actuele goede doelen.
Waterkwaliteitsdoelen delven helaas toch vaak het onderspit
Overstromingen, verdrogingsproblematiek en meer tot de verbeelding sprekende milieudoelen als CO2-reductie, energieterugwinning en de circulaire economie vragen ook om geld. Omdat je je euro maar één keer kan uitgeven, betekent dit dat waterkwaliteitsdoelen (dicht bij de kerntaak!) helaas toch vaak het onderspit delven. Zonde, omdat met een groeiende verouderende bevolking er steeds meer van dit soort stoffen in het afvalwater en uiteindelijk het oppervlaktewater zullen komen. Wat dan ook niet helpt is dat we afvalwaterzuiveringen formeel beoordelen op de 19e eeuwse parameters N en P, zuurstofverbruik en onopgeloste stoffen. Dat prikkelt niet tot innovatie.
Het is dan ook voor de eenzame mannetjesforel te hopen dat goede voornemens van de ‘ketenaanpak medicijnresten uit water’ deze ontwikkeling tijdig kan keren. Dit programma uit 2016 met pilot-projecten die op stapel staan de komende 10-15 jaar zou de opstap kunnen zijn van een grote verbetering op dit terrein. Dat zou ook netjes zijn richting Zwitserland dat onbaatzuchtig voor de stroomafwaarts gelegen landen zijn afvalwaterbijdrage aan het Rijnwater al jaren netjes verregaand zuivert.
Reden genoeg dus voor positief vertrouwen, al is de vraag wie zich daar in de komende besluitvorming hard voor gaat maken. Pilots zijn goed, maar echte zuiveringen zijn natuurlijk beter. Nu een Kamermeerderheid de huidige geborgde zetels van landbouw, bedrijven en natuur wil afschaffen, komt er in het waterschapsbestuur vast een zetel vrij voor een regenboogforel (of iemand namens hem).
Harrie Timmer is geohydroloog en schrijft een column in het vakblad
MEER COLUMNS VAN HARRIE TIMMER
Doen is het nieuwe denken
Het parallelle universum van de waterwereld
Nader onderzoek wordt niet aanbevolen
Een wet op de milieudoelen
U drinkt uw eigen gezeik